T02155

Toezegging Risicoanalyse begroting Veiligheid en Justitie (34.300)



De Minister van Algemene Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Hermans (VVD), Brinkman (CDA), Kox (SP) en De Graaf (D66), toe de risicoanalyse waarin de problemen en oplossingsrichtingen met betrekking tot de begroting van Veiligheid en Justitie integraal in kaart worden gebracht ook naar de Eerste Kamer te sturen.


Kerngegevens

Nummer T02155
Status voldaan
Datum toezegging 13 oktober 2015
Deadline 1 januari 2016
Verantwoordelijke(n) Minister van Algemene Zaken
Kamerleden Mr.drs. L.C. Brinkman (CDA)
Mr. Th.C. de Graaf (D66)
drs. L.M.L.H.A. Hermans (VVD)
M.J.M. Kox (SP)
Commissie commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen begrotingen
risicoanalyse
Veiligheid en Justitie
Kamerstukken Miljoenennota 2016 (34.300)


Uit de stukken

Handelingen I 2015-2016, nr. 4, item 3 - blz. 13

De heer Hermans (VVD): Ik zal er geen doekjes om winden, ook de VVD-fractie in de Eerste Kamer vindt de begroting van Veiligheid en Justitie voor een stevige verbetering vatbaar. De vraag is echter of de begroting van Veiligheid en Justitie de maatschappelijke uitdagingen ook echt aankan. Er zal zeker nog het een en ander aan de begroting moeten worden aangepast voordat het kabinet hiervoor de handen op elkaar krijgt in de Eerste Kamer, inclusief de VVD-fractie. Er liggen in dit huis immers nog een aantal wetten waarvoor geen meerderheid te vinden is. Wanneer denkt het kabinet meer duidelijkheid te kunnen geven? Wij zullen de behandeling van de begroting van Veiligheid en Justitie niet alleen in deze Kamer maar ook in de Kamer aan de overkant met meer dan grote interesse blijven volgen om te zien op welke wijze het kabinet de problemen zal aanpakken.

De heer Brinkman (CDA): Vanmorgen onder het scheren hoorde ik dat de nationale reservepolitie wordt opgeroepen of zichzelf aanbiedt om te helpen. Moeten wij daarop zo lang wachten? Waarom kunnen wij met elkaar bij deze gelegenheid geen extra steun voor de Justitiebegroting regelen, zeker nu u ook de oversteek maakt? Vanuit de hele justitieketen worden wij belaagd door verzoeken. Het gaat wel om onderbouwde verzoeken. De samenleving wacht erop, waarom moet het zo lang duren?

De heer Hermans (VVD): Ik heb begrepen dat het kabinet bezig is om naar aanleiding van de Algemene Politieke Beschouwingen aan de overkant te bekijken op welke wijze het de begroting van Justitie zo kan aanpassen dat die zowel daar als hier op een meerderheid kan rekenen. Daarmee worden de problemen dus aangepakt.

De heer Brinkman (CDA): Aan de overkant is bij mijn weten een motie of een amendement van het CDA, gesteund door andere fracties, verworpen. Nu er duidelijk ruime steun is voor het versterken van de Justitiebegroting, wordt het tijd om operationele delen van de justitiële keten hom of kuit te bieden. Hom, zou ik zeggen, want dat vind ik lekkerder. Dat is toch veel behulpzamer dan te wachten tot vlak voor kerst, wanneer de begroting langskomt?

De heer Hermans (VVD): Het kabinet heeft aangegeven met voorstellen te komen. Het lijkt mij juist, zeker voor de Eerste Kamer, om die voorstellen af te wachten. Ik geef wel duidelijk aan dat ook de VVD-fractie van mening is dat op dat punt verbeteringen van de begroting van Justitie noodzakelijk zullen zijn.

De heer Kox (SP): Het is altijd een beetje vechten wat de hoofdtaak van deze Kamer is: het goede stichten of het slechte voorkomen. Wij moeten volgens de wijsgeren uit de negentiende eeuw vooral het slechte voorkomen. In dit geval ben ik het echter eens met collega Brinkman dat wij misschien een beetje moeten helpen om het goede te stichten. Het haalt immers niet zo veel uit dat wij wachten tot de behandeling van de begroting van Veiligheid en Justitie op een dag in december, wanneer wij niet veel tijd zullen hebben, om te zeggen: sorry, maar deze begroting gaat niet door. Dat is echt met een kanon schieten. Is de collega van de VVD bereid om een oproep van dit huis aan het kabinet te steunen om op een aantal punten waarop deze Kamer zich al druk heeft gemaakt de begroting een handje te helpen? Dat maakt namelijk erg veel uit. Ik vind het al heel goed als mijn naam eronder staat, maar als uw naam eronder staat, mijnheer Hermans, wordt het echt heel goed.

De heer Hermans (VVD): Dat moet u eens vaker zeggen! Ik heb aangegeven dat ook wij vinden dat de begroting van Justitie verbetering behoeft en dat er zaken liggen waarvan wij ons afvragen of de huidige aanpak voldoende is om de maatschappelijke problemen aan te kunnen pakken. Het kabinet heeft in de Tweede Kamer aangegeven voor de behandeling van de begroting van Justitie in de Tweede Kamer te komen met een aantal aanpassingen. Dat is van groot belang. Het lijkt mij volstrekt helder dat het kabinet op basis van de signalen daar en de signalen hier aan de slag gaat en ervoor zorgt dat de begroting beide Kamers kan passeren omdat zij haalbaar is.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 4, item 3 - blz. 19

De heer De Graaf (D66): De reorganisatie van de inmiddels genationaliseerde politie is vooralsnog een gebed zonder end en de begroting toont opmerkelijke gaten. Hoeveel vertrouwen kunnen wij hebben in de belofte dat het allemaal wel goed komt? Wij zien dat niet alleen de rechtsorde maar ook de rechtsstaat onder druk komt. De rechterlijke macht gaat de rechtbanklocaties door opgelegde bezuinigingen beperken met alle nadelige gevolgen van dien voor de steden en de rechtzoekenden. De beoogde bezuinigingen op de rechtsbijstand en de griffierechten beperken de toegang tot de rechter en zijn nog steeds niet uit de boeken, en het kabinet gaat onder deze nieuwe minister onverdroten door op een dominante repressieve koers met meer bevoegdheden en minder grondrechtbescherming. De missie van het ministerie is "bouwen aan een sterke en moderne rechtsstaat". Ik zou liever spreken van een pretentie die helaas niet wordt waargemaakt. U zult begrijpen dat wat mijn fractie betreft het begrotingshoofdstuk Veiligheid en Justitie nadrukkelijke behandeling in deze Kamer vergt. Wij zijn erg benieuwd wat de woorden van de heer Hermans voor uitwerking hebben op het kabinet en de plannen om met bijstellingen van de begroting te komen.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 4, item 7 - blz. 12

De heer Kox (SP): Tijdens de Algemene Beschouwingen van vorig jaar namen we hier een motie aan tegen het ontoelaatbaar beperken van de toegang tot recht en rechtshulp. Die motie heeft haar vervolg gekregen in onder andere een debat over de staat van de rechtsstaat. Waarom wordt er dan nu toch weer ingezet op het doorgaan met bezuinigen en op het verhogen van de griffierechten? Dat is heel dom. Daar kunnen hier gemakkelijk ongelukken van komen. Dat kan de minister van Justitie er echt niet bij hebben, lijkt ons. Ik overweeg in de tweede termijn hierover een motie in te dienen. Ik denk namelijk dat het goed is dat het kabinet beseft dat hier een vrij eensgezinde Kamer van mening is dat er nog eens naar de begroting van Veiligheid en Justitie gekeken moet worden. Zoals die nu is, levert die hier problemen op. En dat kan het kabinet beter niet hebben.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 4, item 7 - blz. 38

Minister Rutte: Dan kom ik bij het onderwerp veiligheid en justitie. Ik merk dat de begroting van V en J, zowel in de Tweede Kamer als in de senaat, met meer dan gemiddelde belangstelling is bekeken. Laat ik daar het volgende over zeggen. Het kabinet staat achter die begroting, maar erkent zonder meer dat er risico's aan die begroting zitten. Voor een deel liggen die nog in beide Kamers. De griffierechten liggen nog bij de Tweede Kamer, en de rechtsbijstand en de eigen bijdrage liggen in de Eerste Kamer. Daarnaast zijn er zorgen over OM, rechtspraak en politie. Daarom is toegezegd, teneinde de Kamer meer inzicht te bieden in de risico's op V en J, dat de minister van Veiligheid en Justitie samen met de minister van Financiën het parlement een analyse zal doen toekomen waarin problemen en oplossingsrichtingen op de begroting van V en J integraal in kaart worden gebracht. Die toezegging is twee weken geleden gedaan bij de Algemene Financiële Beschouwingen in de Tweede Kamer, maar het is ook in lijn met wat ik heb besproken bij de Algemene Politieke Beschouwingen in de Tweede Kamer. Dat zal de minister van V en J voor de begrotingsbehandeling op 23 november laten weten. Ik spreek hier af dat die analyse expliciet ook naar de Eerste Kamer gaat.

(...)            

Handelingen I 2015-2016, nr. 4, item 7 - blz. 39-41

De heer Brinkman (CDA): Als de premier zegt "wij gaan de risico's in kaart brengen en daarna praten wij daarover verder", dan loopt hij het risico dat een aantal wetsontwerpen dat nog voorligt in deze Kamer, uitvoeringswetsontwerpen of hoe je ze ook wilt noemen, onze steun niet onmiddellijk zal krijgen. Dan kan de premier zeggen "jammer dan; dan gaan we weer verder met andere fracties", maar ik herinner mij uit eerdere debatten dat dit vrijwel Kamerbreed wordt gezien als een groot probleem voor het functioneren van onze rechtsstaat. Denk aan zaken als wachtlijsten en wat dies meer zij. Als het aan mij ligt — we zullen zien welke opvatting de Kamer als geheel daarover heeft — kan de minister-president in dit debat dus niet wegkomen met de stelling dat we een keurige risicoanalyse krijgen. Dat is mode in heel Nederland. Overal worden de risico's in kaart gebracht. Wij moeten echter ook tot daden komen, juist op essentiële onderdelen van ons openbare apparaat.

(...)

Minister Rutte: Ik snap heel goed dat in de Tweede Kamer en in dit debat in de senaat, met betrekking tot het OM, de rechtspraak en de politie gevraagd wordt: weet je zeker dat er geen risico's in die begroting zitten? Met het oog daarop gaan wij die analyse maken. Volgens mij zijn wij het erover eens dat die er moet komen en dat er moet worden gekeken naar de vraag of het terecht is dat men zich daar zorgen over maakt. Tegen die achtergrond vraag ik alleen aandacht voor het feit dat — wij weten dat allemaal als bestuurders; iedereen in deze Kamer heeft immers ruime bestuurlijke ervaring — als die discussie gaande is, de kans groter dan gebruikelijk is dat er gezegd zal worden: er is een probleem met vluchtelingen; we gaan meteen naar de Kamerleden toe om te lobbyen voor extra geld voor de politie vanwege dit probleem. Dat is het enige wat ik wil zeggen. Ik zeg niet dat dit gebeurt. Ik zeg niet dat de heer Brinkman of anderen daar gehoor aan geven. Als zij dat wel doen, dan is dat hun volste recht. Ik zeg alleen dat wij een en ander moeten uitsorteren. Die wetsvoorstellen lopen. De zorgen over het OM, de rechtspraak en de politie gaan wij in kaart brengen.

(...)

Minister Rutte: Het is niet voor niks dat wij ook gevoelig zijn voor de zorgen die leven om die analyse goed te maken door de bril van de vraag wat de begroting voor gevolgen heeft voor OM, rechtspraak en politie.

(...)

Minister Rutte: Verder is er nog de begroting. Ik heb het zo verstaan dat los van die wetsvoorstellen — als ik het verkeerd begrepen heb, hoor ik dat graag — er ten aanzien van de begroting een zorg bestaat. Op dat punt heb ik de toezegging gedaan dat de minister van Veiligheid en Justitie de toegezegde analyse ook deelt met de Eerste Kamer.

De heer Kox (SP): Volgens mij zit de opbrengst van die wetsvoorstellen in de begroting van minister Van der Steur. Als het kabinet die opbrengsten eruit haalt, then we're talking. Maar dat moet het kabinet dan wel doen. Anders zitten die in de begroting. Daarnaast zijn er breed in deze Kamer inderdaad heel grote zorgen over het functioneren van politie en justitie. Die hebben we niet van vandaag op gisteren gekregen. We hebben hier een hoorzitting gehad met de fine fleur van justitieel Nederland. Daarin zijn grote zorgen naar voren gekomen. Het kabinet moet daarmee rekening houden. De minister-president zou zich toch even moeten realiseren dat als het over de begroting gaat, deze Kamer een vol begrotingsrecht heeft.

Minister Rutte: Zeker.

De heer Kox (SP): Wij mogen bij de Algemene Beschouwingen zeggen: u moet dat niet doen, maatregel a en maatregel b en dergelijke. Wij hoeven daarbij niet te wachten op de Tweede Kamer. Dat mogen wij hier zelf doen.

Minister Rutte: Natuurlijk.

De heer Kox (SP): Dat doet deze Kamer. Er komt straks een motie. Die wordt aangenomen. Mijn advies aan de minister-president is om de minister van V en J niet een gevecht in te sturen dat hij niet kan winnen, maar hem een eerlijke kans te geven.

Minister Rutte: Die motie ken ik niet, dus het is lastig om daarop te reageren. Ik begrijp dat mijn constatering dat er discussie bestaat over de drie sets van wetsvoorstellen en dat er daarnaast een zorg over de begroting is — zo heb ik de Eerste Kamer verstaan in eerste termijn — nog steeds klopt. Wat betreft het eerste punt beluister ik heel goed wat hier gezegd wordt over ieder van die wetsvoorstellen. Die discussie is nog niet afgerond. Daaraan zitten risico's; dat realiseer ik mij. Wat betreft het tweede punt komen we met die analyse. Dit betekent niet dat ik niet luister, maar het zou gek zijn als ik vanavond zou zeggen dat we het helemaal anders zouden gaan doen, terwijl we net in de Tweede Kamer de afspraak hebben gemaakt om tot die analyse te komen, die ook moet leiden tot inbrengen in de behandeling van de V en J-begroting in de Tweede Kamer. Wij luisteren heel goed naar wat hier vanavond besproken wordt en zullen dat erbij betrekken. Dat is het minste wat ik kan toezeggen.

De heer De Graaf (D66): Deze Kamer zal natuurlijk met interesse kennisnemen van de analyse die het kabinet aan de Tweede Kamer heeft toegezegd. Die is voor ons ook relevant. Gelet op de geluiden die de minister-president in eerste termijn en nu in de interruptiedebatten heeft gehoord, moet hij de zorg van deze Kamer die nu wordt uitgesproken en zo meteen misschien zelfs in een motie wordt uitgesproken, zien als een courtoisie naar het kabinet, namelijk als voorwaarschuwing, een winstwaarschuwing. Hij kan daar wat mee doen of hij kan er niks mee doen. Het is niet zo dat je dit helemaal uit elkaar kunt trekken met aan de ene kant de wetsvoorstellen en aan de andere kant de begroting. Immers, een deel van de opbrengsten van de discussie over de rechtsbijstand zit al ingebakken in de begroting. Vorig jaar is er de motie-Franken geweest. Feitelijk stond daarin dat we dit jaar die opbrengsten niet verzilveren. Daarnaast is er een motie geweest van mijn toenmalige fractiegenote Scholten die heeft geleid tot de instelling van de commissie-Wolfsen. Die commissie komt als ik het goed begrijp waarschijnlijk voor 1 december met een tekst. De begrotingsbehandeling van Justitie in de Tweede Kamer is al eerder. Om dat soort redenen geven wij het kabinet in overweging om verstandig te zijn en te zorgen dat wij, als het moment daar is, het kabinet niet plotseling voor problemen stellen. Het kabinet heeft nog een paar maanden de tijd om dat keurig op te lossen.

Minister Rutte: Ik stel dat zeer op prijs.

De heer De Graaf (D66): Dat is de hoffelijkheidsrelatie tussen Eerste Kamer en kabinet.

Minister Rutte: Ik versta het allemaal heel goed. Ik ben het ook met de heer De Graaf eens dat het een deelverzameling is waarbij een begroting en wetsvoorstellen samenvallen. Over de begroting is er echter ook een bredere zorg dan alleen over de wetsvoorstellen. Ik heb het goed gehoord. We gaan verder werken aan de analyse en separaat aan de behandeling van de verschillende wetsvoorstellen en doen dat zodanig dat we proberen tot gemeenschappelijke oriëntatie te komen, waarbij ik heel goed heb geluisterd naar wat erover is gezegd.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 4, item 8 - blz. 2

Mevrouw Barth (PvdA): De fractie van de Partij van de Arbeid deelt de kritische houding die het overgrote deel van deze Kamer heeft over een aantal wetsvoorstellen op het gebied van Veiligheid en Justitie. Ik denk dat dit ook geen geheim is. We delen ook de zorgen over de rechtsstaat die in dit debat door een aantal collega's zijn geuit. Wij hebben het kabinet echter horen toezeggen dat er een analyse komt van de problemen die er kunnen ontstaan op de V en J-begroting, als de wetsvoorstellen in de Eerste Kamer mogelijk niet op een meerderheid kunnen rekenen.


Brondocumenten


Historie