De Minister van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Postema (PvdA), toe op zo kort mogelijke termijn een brief te doen toekomen over het beleid en de rol van DNB als toezichthouder op zorgverzekeraars.
Nummer | T02034 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 18 november 2014 |
Deadline | 1 juli 2015 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Financiën |
Kamerleden | Drs. A. Postema (PvdA) |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | De Nederlandsche Bank solvency II zorgverzekeraars |
Kamerstukken | Miljoenennota 2015 (34.000) |
Handelingen I 2014-2015, nr. 8, item 9, blz. 57-58
Minister Dijsselbloem:
Er zijn een paar opties. De motie [34000, H] zou kunnen worden aangehouden totdat de Kamer of de commissie hierover met DNB heeft gesproken. Dat zou ik de heer Postema aanbevelen, want dan heeft hij zich in ieder geval volledig laten informeren door DNB. Ik zou niet durven suggereren hij dat nog niet heeft gedaan, maar ik zeg dit voor de zekerheid. Ik kan de Kamer ook een brief schrijven over de manier waarop het beleid vanuit Europa naar de toezichthouder in elkaar zit: wat is de positie van de toezichthouder en wat kun je daar nog aan vinden? In die brief kan ik verder adstrueren wat ik hier heb betoogd. Daartoe ben ik zeer bereid. Dan krijgt de Kamer hierover een brief van mij. Daarin zal dus geen inhoudelijk oordeel staan over wat de toezichthouder hier doet, maar die brief zal wel beschrijven hoe het nu geregeld is, bijvoorbeeld wat betreft de inhoud van het beleid. Hoe komt deze norm tot stand? Wat is de discussie? Hoe zit het met de smalle en de brede premiedefinitie? Wat is de rol van de toezichthouder? Hoe is die wettelijk geregeld? Als de heer Postema mij echter oproept om te interveniëren in het beleid, wat hij met deze motie eigenlijk doet, ga ik dat niet doen, want dat vind ik niet juist.
De voorzitter:
Mijnheer Postema, kort graag.
De heer Postema (PvdA):
Ik denk dat het zeker een goede aanbeveling is om ook met de Nederlandsche Bank zelf te spreken. Ik heb in mijn tweede termijn al aangegeven waarom wij toch ook naar de regering kijken als het gaat om de manier waarop de Nederlandsche Bank zich in dit soort kwesties opstelt. Daar hebben we ook wel een geschiedenis in. In de afgelopen jaren is er behoorlijk wat kritiek geweest op het optreden van de Nederlandsche Bank, bijvoorbeeld voorafgaand aan de bankencrisis. Dat ging over het falen van de Nederlandsche Bank. We hebben met elkaar onderkend dat we moeten oppassen dat er geen overshoot plaatsvindt, dus de bank moet een stevige partner voor de toekomst zijn. Daar hebben we het ook vaak over gehad. Collega Reuten en ik hebben ons behoorlijk druk gemaakt over de positionering van de Nederlandsche Bank in de SNS-discussie. Ik hecht dus erg aan de onafhankelijkheid van de Nederlandsche Bank, maar het kan niet waar zijn dat dit betekent dat je daarover niet de dialoog mag voeren. Ik ben oprecht op zoek naar de beste manier om dat te doen. Zoals ik in tweede termijn zei, leek het mij logisch om daarvoor in eerste instantie de regering als aanspreekpunt op te voeren, maar ik vind het helemaal niet erg om in eerste instantie te proberen om dit met de Nederlandsche Bank zelf te bediscussiëren. Het is ook goed om nog eens van de minister te horen te krijgen hoe de regering erin staat, gegeven de nieuwe situatie van Solvency II. Die toezegging neem ik dus graag aan. We zullen inderdaad het initiatief te nemen om hierover met DNB te spreken. Afhankelijk van de uitkomst van dat gesprek zal ik bekijken wat we verder met deze motie moeten doen. We zullen haar vooralsnog aanhouden.
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Postema stel ik voor, zijn motie (34000, letter H) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Minister Dijsselbloem:
De heer Postema krijgt op zo kort mogelijke termijn de toegezegde brief over het beleid en de rol van de toezichthouder, beginnend bij het Europese kader van waaruit wij nu werken. Ik denk dat dat een goede oplossing is voor dit moment.
Brondocumenten
-
voortzetting Algemene financiële beschouwingen Verslag EK 2014/2015, nr. 8, item 9
-
-
3 maart 2015
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
25 februari 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
18 november 2014
toezegging gedaan