T01500

Toezegging Stimuleren regeling vrijwillige ouderbijdrage (32.193)



De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de Leden Linthorst, Ganzevoort en Kuiper, toe te stimuleren dat scholen een regeling maken voor de vrijwillige ouderbijdrage van ouders die kwetsbaar zijn qua inkomen. De minister zegt toe dit specifieke punt neer te leggen bij beide raden en ouderorganisaties.


Kerngegevens

Nummer T01500
Status voldaan
Datum toezegging 24 januari 2012
Deadline 1 juli 2012
Verantwoordelijke(n) Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Kamerleden Prof.dr. R.R. Ganzevoort (GroenLinks)
prof. dr. R. Kuiper (ChristenUnie)
drs. M.Y. Linthorst (PvdA)
Commissie commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen ouderbijdragen
Kamerstukken Wijziging Wet op het onderwijstoezicht inzake gewijzigde rol Inspectie van het onderwijs bij het toezichtproces (32.193)


Uit de stukken

Handelingen I 2011-2012, nr. 16 - blz. 53-54

Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart: Het modelreglement voor de vrijwillige ouderbijdrage is door de Kamer zogezegd de deur uitgeholpen. De reden daarvoor was dat scholen echt onder dat kader gebukt gingen. Daardoor is er inderdaad geen verplichte regeling voor ouders die kwetsbaar zijn qua inkomen. Het is weliswaar een vrijwillige bijdrage, maar er zijn activiteiten aan verbonden waarbij ouders met een laag inkomen hun kinderen ook gunnen dat zij eraan meedoen.

Dit zal inderdaad op schoolniveau opgepakt moeten worden. Ik denk overigens dat dit gewoon gebeurt, want het is zo eigen aan scholen om zoiets te regelen. Men is dat ook gewend op grond van het protocol of het modelreglement dat er in het verleden was. De medezeggenschapsraad, die gaat over de inhoud en de vormgeving van de vrijwillige bijdrage, kan hierbij ook een rol spelen. Ik zal dit punt neerleggen bij de beide raden en de ouderorganisaties vragen om hier specifiek aandacht aan te geven in de richting van de medezeggenschapsraden. Ik denk dat ik daarmee doe wat ik kan doen, gelet op het feit dat er iets uit de wet is gehaald wat er vroeger wel instond. Ik vertrouw erop dat de scholen dit vanuit de traditie doorgaans goed en netjes behandelen, maar ik wil dit op die manier wel stimuleren.

De heer Ganzevoort (GroenLinks): Als de minister zo goed is om mijn vragen nu te beantwoorden, hoeft zij dat zo meteen niet te doen. Als ik het goed begrijp, doet zij de toezegging om met de raden en de ouderorganisaties te bekijken hoe gegarandeerd kan worden dat er op de een of andere manier regelingen komen. Begrijp ik dat goed?

Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart: Ja, ik kan dat niet garanderen, maar ik wil het wel stimuleren. Ik zal het aan de ouderorganisaties vragen. Zij communiceren vaak heel rechtstreeks met de ouderdelegatie in de medezeggenschapsraden. Ik zal de vraag bij de raden neerleggen en zeggen: let op, mensen, dit is er ook uitgegaan, jullie wilden dat graag, maar adel verplicht, laat zien dat je hieraan vorm en inhoud geeft. Ik vind dat het uiteindelijk aan de school is om dat te doen. De school moet dat afwegen.

De heer Ganzevoort (GroenLinks): Kunnen wij als Kamer een terugkoppeling krijgen of dat gebeurt of dat er signalen zijn dat dit te weinig door de scholen wordt opgepakt, met als gevolg dat juist de meest kwetsbare kinderen erbuiten vallen?

Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart: Dan moet ik echt een onderzoek daarnaar doen. Ik wil niet onderzoeken of alle scholen in Nederland dat doen. Als er veel signalen komen, kan ik dat punt wel opnieuw agenderen en desnoods eens meenemen in de nieuwsbrief voor het primair onderwijs, want daar komt het veel voor. Ik wil dat uiteindelijk wel de verantwoordelijkheid van de scholen laten zijn, maar ik begrijp de zorg. Om die reden zeg ik toe dat ik het vanuit mijn positie zal stimuleren waar ik dat het beste kan doen.

Handelingen I 2011-2012, nr. 16 - blz. 58

De heer Kuiper (ChristenUnie): Ik denk dat er wel een paar punten zijn die belangrijk genoeg zijn om te laten terugkomen. We hebben al over de evaluatie gesproken, maar ik doel ook op de ouderbijdrage. Collega's Ganzevoort en Linthorst hebben dat al gezegd en ik wil mij daarbij aansluiten: wil de minister inderdaad bevorderen dat die praktijk binnen de scholen blijft, dat er wordt gekeken naar de draagkracht van de ouders, ook wat betreft de ouderbijdrage? Dat punt wilde ik nog onderstrepen.

Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart: Ik kom bij de vragen van de heer Ganzevoort; Radar, ouderenorganisaties. Mevrouw Linthorst en de heer Kuiper hebben daarover ook gesproken. Ik zal het echt doen, omdat ik het zelf ook belangrijk vind, hoe vrijwillig het ook is. Een kind wil ook die vrijwillige activiteiten meemaken. Ik zal dat echt overbrengen. Ik ben eigenlijk ervan overtuigd dat ik daarop de reactie krijg: dat doen wij gewoon. In reactie op de woorden van mevrouw Linthorst zeg ik: ik zeg het niet toe maar ik sluit het ook niet uit. Ik houd het in mijn achterhoofd.


Brondocumenten


Historie

  • 27 september 2012
    nieuwe status: voldaan
    Voortgang:
    Opmerking: Om de zorg van de Kamer over te brengen,vraagt de minister in de gesprekken die momenteel met de sectorraden en ouderorganisaties worden gevoerd, dit punt nader onder de aandacht te brengen bij hun
    achterban. De medezeggenschapsraden op de scholen zijn aan zet
    voor wat betreft het waarborgen hiervan.
    documenten:
  • 24 januari 2012
    toezegging gedaan