De minister zegt toe dat hij de uitkomsten van de lopende onderzoeken en programma’s terugkoppelt aan de Kamer, inclusief het mentoraat.
Nummer | T00698 |
---|---|
Oorspronkelijke nummer | tz_VWS/JG_2008_10 |
Status | voldaan |
Datum toezegging | 29 januari 2008 |
Deadline | 1 januari 2011 |
Verantwoordelijke(n) | Minister voor Jeugd en Gezin |
Kamerleden | G. de Vries-Leggedoor (CDA) |
Commissie | commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport / Jeugd en Gezin (VWS/JG) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Kamerstukken | Begrotingsstaat Jeugd en Gezin 2008 (31.200 XVII) |
Handelingen I 2007-2008, nr. 18 – blz. 755 ev.
Blz.755
Mevrouw De Vries-Leggedoor (CDA): Wij vragen de minister of hij bereid is te onderzoeken of het mentoraat een goede aanvulling kan zijn in de keten van preventieve maatregelen en deze Kamer daarover te zijner tijd te informeren.
Blz. 800
Minister Rouvoet: Mevrouw De Vries heeft ook nog een suggestie gedaan voor mentorschap, buddyprojecten. (…) Voor het jeugdbeleid kennen wij het basismodel in de Centra voor Jeugd en Gezin, met ruimte voor lokaal maatwerk. Daar past dit heel goed bij en er zijn ook al gemeenten mee bezig. Het is niet voorgeschreven in het basismodel, maar ik kan me heel goed voorstellen dat het zeker in de grote steden een waardevolle aanvulling van het lokale aanbod is.
Blz. 803-804
Mevrouw De Vries-Leggedoor (CDA): Het mentoraat en de preventieve programma’s lijken de minister hartstikke goed, die kunnen volgens hem ook goed passen binnen het nieuwe gemeentelijke jeugd- beleid. Ik denk dat hij daarin gelijk heeft, maar hoor op enig moment dan wel graag van hem terug wat ermee is gebeurd. Als de minister toezegt dat hij de uitkomsten van de lopende onderzoeken en programma’s terugkoppelt naar de Kamer, inclusief dat mentoraat – een goede vormgeving van dat mentoraat vergt juridische verankering – dan is dat voor mijn fractie voor dit moment voldoende.
Blz. 808
Minister Rouvoet: Het mentoraat zit niet in het basismodel en zal dan ook niet wettelijk worden voorgeschreven. Het belang ervan in de praktijk wordt door veel gemeenten onderkend, zeker in grotere gemeenten. Voor zover ik hier zicht op heb, ben ik graag bereid dit onderwerp mee te nemen in het overleg met de gemeenten en in de rapportage. In 2011 hebben wij overal Centra voor Jeugd en Gezin die voldoen aan het basismodel. Ik ben benieuwd wat er dan nog meer zal gebeuren in de gemeenten. Het mentoraat hoort hier wat mij betreft bij. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de gemeenten. Wat zij mij hierover meedelen, zal ik graag terugkoppelen aan de Kamer.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling en stemming (zonder stemming aangenomen) themadebat Jeugdzorg Handelingen EK 2007/2008, nr. 18, blz: 784-809
-
behandeling themadebat Jeugdzorg Handelingen EK 2007/2008, nr. 18, blz: 748-770
-
18 maart 2009
nieuwe status: voldaan
Opmerking: Door commissie op 24 maart 2009 voor kennisgeving aangenomen. -
9 oktober 2008
Voortgang:
Opmerking: Contacten met gemeenten leren mij dat er vanuit Centra voor Jeugd en Gezin op dit moment weinig wordt gewerkt met vrijwillige mentoren. De inzet van deze mentoren kan in mijn ogen een waardevolle bijdrage leveren en ik wil dit dan ook betrekken bij de invulling van de
activiteiten die ik in het kader van de motie Slob (ingediend tijdens APB in
de TK op 18 september 2008) in gang zal zetten.documenten: -
18 september 2008
nieuwe status: voldaan -
29 januari 2008
toezegging gedaan