Staatssecretaris Wijn geeft aan dat nu naar beste geweten is geraamd en dat zij daarop terugkomen zodra zij de cijfers over de ontwikkelingen van de koopkracht van de groep chronisch zieken en gehandicapten hebben. De eerste indicaties over de werking van de tegemoetkomingsregeling zullen zij rond Prinsjesdag hebben
Nummer | T00072 |
---|---|
Oorspronkelijke nummer | tr_FIN_2004_23 |
Status | voldaan |
Datum toezegging | 9 december 2003 |
Deadline | 21 september 2004 |
Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris van Financiën |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Kamerstukken | Belastingplan 2004 (29.210) |
Handelingen EK 2003-2004, 11-499
[…]
Staatssecretaris Wijn: […]
De heer Van Raak heeft ook iets gezegd over een tegemoetkoming. Mij schoot vervolgens een woordspeling te binnen over de sitting ducks van de heer Essers. Ik wilde zeggen: beter een duck in de hand dan tien in de lucht.
De heer Van Raak (SP):
Het ging om chronisch zieken en gehandicapten. Deze opmerking is een beetje ongepast. Ik zal mijn vragen voor de tweede keer herhalen. Kan de staatssecretaris de Kamer verzekeren dat eventuele meevallers in de tegemoetkomingsregeling ten goede zullen komen aan chronisch zieken en gehandicapten? Mijn partij merkt bij haar hulpdiensten dat erg veel mensen geen gebruik maken van deze regeling omdat zij veel te ingewikkeld is. Dat is een van de nadelen die ik noemde van fiscale regelingen. Waarschijnlijk blijft er geld over. Gaat dat geld dan naar de gehandicapten en de zieken of zal de staatssecretaris dat als een extra bezuiniging opvoeren? Kan de staatssecretaris deze Kamer begin volgend jaar, het liefst ruim voor de derde woensdag in mei – de dag waarop de staatssecretaris aan de overkant op zijn prestaties wordt afgerekend – definitieve cijfers geven over de ontwikkeling van de koopkracht van deze groep? Anders kan een en ander pas in 2005, of misschien zelfs pas in 2006, worden gecompenseerd. De chronisch zieken en gehandicapten moeten de kosten doorfinancieren. Zij krijgen die pas een jaar later terug. De kosten die gemaakt worden in 2004 krijgen zij pas terug in 2005. Kan de staatssecretaris hier iets aan doen, bijvoorbeeld bij de voorlopige loon- en inkomstenbelasting?
Staatssecretaris Wijn:
Ik begrijp nu weer waar mijn woordspeling vandaan kwam. Ik geef nogmaals toe dat de fiscale tegemoetkoming niet het hele nadeel wegneemt. Omdat de heer Van Raak dat zo relativeerde, had ik willen zeggen ’’beter één vogel in de hand dan tien in de lucht’’. De raming van de kosten van de verzilveringsregeling en de buitengewone uitgavenregeling hebben wij naar beste kunnen gemaakt. Als daarbij een onderuitputting optreedt, komen wij daarop terug. Een tegenvaller wordt in principe gedekt uit het EMU-saldo. Ontstaat een meevaller, dan komt die ook in het EMU-saldo terecht. Zo werken wij nu eenmaal aan de inkomstenkant. Aan de uitgavenkant, waaronder de verzilveringsregeling valt, ligt dat ietsje anders. Wij hebben nu naar beste geweten geraamd en we komen daarop terug zodra wij de cijfers hebben. Dat is natuurlijk niet in mei 2004. De derde woensdag in mei wordt overigens teruggekeken op het begrotingsjaar 2003. De eerste indicaties over de werking van de regeling zullen wij rond Prinsjesdag hebben. Voor de gegevens over de koopkracht moet ik de heer Van Raak verwijzen naar de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Over de tegemoetkoming merk ik op dat in het jaar 2004 op basis van het jaar 2003 kan worden teruggegeven. Dat komt dan in augustus aan de orde.
[…]
-
3 juni 2004
Voortgang:documenten:-
-Kamerstuk 29210, nr. 100
-
-
9 december 2003
toezegging gedaan