Minister Zalm zegt toe dat onderwijsinstellingen voor hoger onderwijs (hogescholen en universiteiten) niet zullen voorkomen in de eerste algemene maatregel van bestuur over het geïntegreerd middelenbeheer.
Nummer | T00058 |
---|---|
Oorspronkelijke nummer | tr_FIN_2004_1 |
Status | voldaan |
Datum toezegging | 2 september 2003 |
Deadline | 1 januari 2004 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Financiën |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | lagere regelgeving |
Kamerstukken | Eerste wijziging van de Comptabiliteitswet 2001 (28.035) |
Handelingen EK 2003-2004, 32-973
[…]
(blz.974)
Minister Zalm: […]
Misschien dat ik aan het eind begin, bij mijn eindconclusie. Dat maakt het minder noodzakelijk dat iedereen intensief mijn tussenbetoog beluistert. Mijn conclusie is dat de instellingen voor hoger onderwijs niet zullen voorkomen in de algemene maatregel van bestuur. Dat wil niet zeggen dat ik daarmee mijn overtuiging heb opgegeven, dat zij er eigenlijk wel op moeten staan. In de eerste AMvB neem ik ze echter niet op. Dat betekent dat de Kamer iets geruster kan zijn als zij stemt over het wetsvoorstel. Zij weet dan dat de vraag of hogescholen en universiteiten al dan niet onder het geïntegreerd middelenbeheer moeten vallen, nog een open kwestie is en dat de AMvB op dat punt die instellingen niet zal bevatten. Ik ga dan verder met de instellingen voor hoger onderwijs aan de slag, want daar spelen ook problemen rond waarborgfondsen. Er spelen ook gedachten over administratieve problemen, die er volgens mij helemaal niet zijn.
De VSNU noemde bijvoorbeeld uitvoeringsproblemen met banken, maar dat herkennen wij niet. Wij hebben inmiddels 30 pilots lopen waarin centraal wordt gebankierd en een particuliere bankinstelling het reguliere betalingsverkeer voor een instelling doet. Wij hebben voor dit soort zaken ook raamcontracten met de grote banken gesloten. Dat kan dus gewoon soepel worden afgehandeld. Ik laat deze details nu maar even terzijde. Ik heb de signalen uit de Kamer goed begrepen. Ik loop een groot risico dat, als ik nu probeer door te duwen en zeg dat de universiteiten en hogescholen er ook op moeten, het mis kan lopen. Dat risico wil ik niet nemen, want het niet betwiste deel van het wetsvoorstel is zodanig belangrijk dat ik er zeer aan hecht om tempo te kunnen maken. Ik kom later dan eventueel apart terug op de instellingen voor hoger onderwijs. Dan zijn er verschillende mogelijkheden: of ik bekeer mij tot de vrijwillige route, of ik doe helemaal niets, of ik ga de Kamer nog een keer ervan proberen te overtuigen dat ook hier het geïntegreerd middelenbeheer van toepassing moet zijn. Dat doe ik dan in een aparte brief die via de Tweede Kamer bij de Eerste Kamer terechtkomt. Dan kunnen wij het debat daarover separaat voeren. Dat leek mij voor de verstandhouding en voor het tempo veruit het beste. Misschien dat ik met deze toezegging al veel kou uit de lucht heb genomen. Er zijn ook wat vragen gesteld, maar het is na deze route wat minder urgent om deze allemaal en detail te beantwoorden. Ik hoop althans dat dit de instemming van de Kamer kan hebben.
De heer Essers (CDA):
Ik ben de minister dankbaar voor de toezegging om de onderwijsinstellingen buiten die algemene maatregel van bestuur te houden.
[…]
-
18 augustus 2004
Voortgang:documenten:-
-Stb. 2004, 427.
-
-
2 september 2003
toezegging gedaan