T00691

Toezegging Voortgang armoedebestrijding (31200)



Eind 2008 zal opnieuw met de Kamer gesproken worden over de voortgang van de bestrijding van armoede onder gezinnen en kinderen.


Kerngegevens

Nummer T00691
Oorspronkelijke nummer tz_VWS/JG_2007_2
Status voldaan
Datum toezegging 16 oktober 2007
Deadline 1 november 2008
Verantwoordelijke(n) Minister voor Jeugd en Gezin (Hoofdverantwoordelijke)
Minister van Algemene Zaken
Kamerleden M.J.M. Kox (SP)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport / Jeugd en Gezin (VWS/JG)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen algemene politieke beschouwingen
armoedebestrijding
Kamerstukken Miljoenennota 2008 (31.200)


Opmerking

Uit de brief van het ministerie: Hier is strikt genomen geen sprake van een toezegging. Over de preventie en bestrijding van armoede en sociale uitsluiting is de TK op 10 december 2007 (24 515, nr. 121) geïnformeerd. Voorts worden de gevolgen van armoede voor kinderen meegenomen in de brief van de Minister voor Jeugd en Gezin over gezinsbeleid, die in het najaar 2008 naar de TK zal worden gestuurd.

Uit de stukken

Handelingen I, 2007-2008, nr.4, blz. 122 - 123

Minister Balkenende: […] Dan heeft de heer Kox aandacht gevraagd voor armoede onder gezinnen met kinderen. In antwoord daarop zeg ik het volgende. Alle kinderen moeten zich kunnen ontwikkelen. Armoede mag daar geen beletsel voor zijn. Bestrijding van armoede is daarom een belangrijk onderdeel van het kabinetsbeleid. […]

De heer Kox (SP): Ik dank de minister-president voor de uitgebreide toelichting op dit volgens mij belangrijke thema. De vraag is waar dit toe leidt. Wij weten nu om en nabij – anders weet de minister voor Jeugd en Gezin het wel – hoeveel kinderen het betreft. Wij hebben het over honderdduizenden kinderen. Is het het streven van dit kabinet om op het einde van de kabinetsperiode over vier jaar te zeggen: met die toestand hebben wij afgerekend? Dan is er nog niemand rijk geworden, maar het opgroeien van kinderen in armoede zou – juist omdat het zo funest is – dan ten einde gekomen moeten zijn. Mag ik dat als een doel van dit kabinet zien?

Minister Balkenende: Ik vind dat erg moeilijk, omdat armoedesituaties zich altijd zullen voordoen, ook als een economie zich goed ontwikkelt. […]

De heer Kox (SP): Ik begrijp dat garanties geven niet kan, omdat het probleem inderdaad te complex is. Kunnen wij dan afspreken dat wij halverwege uw kabinetsperiode hier opnieuw op terugkomen om te zien of wij inderdaad op de goede weg zitten? Een weg die ertoe leidt dat, zonder garanties te geven, op het einde van deze kabinetsperiode toch echt substantieel iets veranderd zal zijn op dit terrein? Als dat een van de kenmerken van dit kabinet zou mogen zijn, dan lijkt mij dat winst, maar dan wil ik dat ook graag nog zien.

Minister Balkenende: Ik zeg de heer Kox graag toe dat wij hierop terugkomen, maar ik zou er bezwaar tegen hebben om dat als een soort mid-term analyse te bezien. Ik denk dat wij volgend jaar opnieuw hierover zullen spreken. Dat geldt voor meer zaken. Als wij het hebben over wat wij beogen met dit kabinet, dan ga je per jaar kijken wat je gerealiseerd hebt. Soms zullen de ontwikkelingen sneller gaan, dan weer zullen zij langzamer gaan, maar het lijkt me goed om dit debat met enige regelmaat met elkaar te voeren.


Brondocumenten


Historie