T01252

Toezegging Voortouw bij bestrijding voor mensen besmettelijke dierziekten (32.500)



De minister-president, minister van Algemene Zaken, zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koffeman en een motie van de leden Koffeman, Noten, Schuurman, Ten Hoeve, Engels, Kox en Thissen toe dat in geval van conflicten tussen ministers of wie het voortouw heeft in geval van besmettelijke dierziekten, de premier en vice-premier binnen een uur de knoop zullen hoorhakken.


Kerngegevens

Nummer T01252
Status voldaan
Datum toezegging 7 december 2010
Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Hoofdverantwoordelijke)
Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
Kamerleden prof. mr. J.W.M. Engels (D66)
drs. H. ten Hoeve (OSF)
drs. N.K. Koffeman (PvdD)
M.J.M. Kox (SP)
drs. H.C.P. Noten (PvdA)
prof.dr.ir. E. Schuurman (ChristenUnie)
C. P. Thissen (GroenLinks)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie legisprudentie
Onderwerpen bevoegd gezag
Kamerstukken Miljoenennota 2011 (32.500)


Uit de stukken

Handelingen I 2010-2011, nr. 10 - blz. 35-36

De heer Koffeman: Bij de bestrijding van de Q-koortsepidemie zijn volgens de commissie-Van Dijk grote regiefouten gemaakt die ertoe geleid hebben dat sinds 2007 ten minste 4000 mensen besmet zijn geraakt met Q-koorts. Ten minste vijftien mensen zijn overleden aan de gevolgen van Q-koorts en een groot aantal burgers is chronisch ziek geworden. De overheid kende de besmettingshaarden, maar wilde die in het kader van de privacy niet vrijgeven, ook niet aan kwetsbare groepen zoals zwangere vrouwen en mensen met hartproblemen. De overheid heeft willens en wetens ervoor gekozen om economische belangen te laten prevaleren boven de volksgezondheid en heeft daarmee letterlijk levens in de waagschaal gesteld. Kan de minister-president aangeven hoe het zover heeft kunnen komen en of hij bereid is om bij nieuwe uitbraken van voor mensen besmettelijke dierziekten de regie over het bestrijden daarvan volledig in handen te geven van de minister van VWS en niet van de minister of staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie? Daarop krijg ik graag een reactie.

(...)

Handelingen I 2010-2011, nr. 10 - blz. 62

Minister Rutte: Er zijn vragen gesteld over de bestrijding van de Q-koorts. Ik wil kortheidshalve verwijzen naar de kabinetsreactie. Daarin hebben wij gezegd dat waar de commissie zegt dat VWS altijd het voortouw heeft, dat ook bij ons vaak zo zal zijn, maar dat wij wel per geval willen kijken of dat ook het meest logische is, want daar gingen specifieke vragen over. Mocht het zo zijn – dat zeg ik wel toe – dat er geruzie zou ontstaan tussen twee of drie kabinetsleden over de vraag wie hier nu het voortouw heeft, dan zullen Verhagen en ik binnen een uur een knoop doorhakken, zo hebben wij afgesproken.

(...)

Handelingen I 2010-2011, nr. 10 - blz. 71-72

De heer Koffeman (PvdD): Voorzitter. Complimenten voor de vrolijke beantwoording door de ministerpresident. Hij zal dat optimisme en die vrolijkheid nog hard nodig hebben de komende tijd, denk ik. Ik dank hem in het bijzonder voor de toezegging dat hij de premier voor alle dieren zal zijn. Ik zal hem daaraan herinneren wanneer er weer uitwassen zijn in de wijze waarop dieren in ons land worden mishandeld. Helaas is dat aan de orde van de dag. Te vaak wegen economische belangen zwaarder dan de belangen van levende wezens die gevoelens van angst, stress en pijn kennen. Zelfs de menselijke slachtoffers, die het gevolg zijn van een inadequate wijze van het bestrijden van dierziekten, bijvoorbeeld bij de Q-koortsuitbraak, leiden niet tot een fundamentele beleidswijziging. MRSA, ESBL, campylobacter en salmonellabesmetting leiden tot grote aantallen sterfgevallen onder mensen, maar vallen vooralsnog niet onder de centrale regie van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Ik wil daarom de volgende motie indienen.

Motie

De voorzitter: Door de leden Koffeman, Noten, Schuurman, Ten Hoeve, Engels, Kox en Thissen wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de commissie evaluatie Q-koorts heeft vastgesteld dat het bij de bestrijding van deze ziekte heeft ontbroken aan centrale regie;

overwegende dat Q-koorts sinds 2007 4000 mensen heeft besmet, van wie er 15 zijn overleden en velen chronisch ziek zijn;

overwegende dat volksgezondheid niet ondergeschikt mag zijn aan economische belangen in geval van uitbraken van dierziekten die ernstige risico’s met zich meebrengen voor mens en dier;

verzoekt de regering, de regie in de bestrijding van voor mensen besmettelijke dierziekten, conform het advies van de commissie-Van Dijk, in handen te geven van het ministerie van VWS,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter P (32500).

(...)

Handelingen I 2010-2011, nr. 10 - blz. 76-77

Minister Rutte: Dan kom ik op de motie-Koffeman over de regie bij de Q-koorts. Ik zou per saldo willen zeggen dat het een overbodige motie is, omdat we hebben afgesproken dat, mocht er in het kabinet een conflict ontstaan over de vraag wie ergens over gaat, Verhagen en ik elkaar bellen. Hij zal dan bij uitzondering de telefoon opnemen en dan hakken we binnen een uur de knoop door. In dat telefoongesprek – het duurt meestal een uur voordat ik hem aan de lijn heb – krijgen wij elkaar onmiddellijk aan de lijn en dan hakken wij de knoop door. In de praktijk zal er dus uiteindelijk geen probleem zijn. Er is een reden waarom ik niet op voorhand wil zeggen dat het voortouw altijd bij het ministerie van VWS is. Het zal in heel veel gevallen VWS zijn, maar om dat nu helemaal vast te leggen, vind ik ook weer een inperking, terwijl het misschien in de context van de specifieke crisis in kwestie net handiger zou kunnen zijn om Defensie of Veiligheid en Justitie het voortouw te geven, of het departement van Economische Zaken.

De heer Koffeman (PvdD): Voorzitter. Er zijn heel wat knopen doorgehakt tussen minister Verburg en minister Klink, en minister Klink moest voortdurend het onderspit delven. Er is een onafhankelijke onderzoekscommissie geweest die heeft vastgesteld dat Economie het altijd won van Volksgezondheid. Deze motie beoogt te zeggen dat Volksgezondheid in voorkomende gevallen – we hebben het over zoönosen die gevaarlijk zijn voor mensen – altijd zou moeten winnen van Economie. Het lijkt me helemaal geen goed voorstel van de minister-president dat hij en de heer Verhagen met elkaar gaan bellen, dat zij dan met zijn tweeën de knoop doorhakken en dat de minister van Volksgezondheid het dan wel hoort. Dat geeft nu precies aan wat de feitelijke situatie is en daar willen we juist vanaf.

Minister Rutte: Voorzitter. Met alle respect voor de heer Koffeman: hij is de vorige oorlog aan het winnen en ik ben het met hem eens over hoe hij die oorlog wil winnen. Daar zijn wij het volkomen over eens. De vraag is of je nu al weet hoe het volgende probleem eruit gaat zien. Het slechte nieuws is dat ook dit kabinet ongetwijfeld zal leiden tot de instelling van een of twee onderzoekscommissies wanneer wij een bepaalde kwestie verkeerd zullen hebben aangepakt. Dat is het negatieve feit nummer één. Ik weet niet waar het dan over zal gaan, anders konden we het voorkomen, maar ongetwijfeld gaan ook wij ergens een fout maken. Ik verwijt het vorige kabinet ook niet dat deze fout is gemaakt. Het is goed om ervan te leren. Het risico is alleen dat we vervolgens een incident gaan omzetten in structurele regelgeving, waarbij we er nu al vanuit gaan dat ook het volgende incident zich precies langs die spelregels zal afspelen. Ik weet nu al zeker – feit nummer twee – dat dit niet het geval zal zijn. Daarom vraag ik de Kamer om het kabinet enige ruimte te laten, zodat het daarover in de situatie kan oordelen. De motie is mij sympathiek, de richting spreekt mij aan, maar laat u de finale afweging alstublieft bij het kabinet.

De heer Koffeman (PvdD): Deze motie is niet het gevolg van een incident, maar van een hele reeks incidenten, een grote, terugkerende reeks van incidenten. U sprak sympathiek over het ″no regret″-scenario toen het over Defensie ging. U zei: je moet geen dingen kapotmaken die je misschien niet kunt herstellen. Dat liet u achterwege bij de cultuur en u laat het ook achterwege bij deze kwestie, waar veel mensen aan overleden zijn, ik breng dat nog maar in herinnering. Er kan geen enkele sprake zijn van spijt op het moment dat de minister van VWS in zaken die de volksgezondheid betreffen het voortouw neemt. Dan kan die altijd nog even bellen met u en de knoop doorhakken als ze vindt dat het eigenlijk toch bij de minister van Economische Zaken terecht moet komen. Ik zou zeggen: de hoofdlijn zou u helemaal niet onsympathiek moeten voorkomen. Dat zegt u ook. Dan kunt u de motie eigenlijk beter overnemen dan de aanneming ervan te ontraden.

Minister Rutte: Nogmaals, dan moet ik de motie per saldo ontraden. We zijn het volgens mij wel eens over de vorige kwestie. De vraag is alleen of het weer zo gaat lopen.


Brondocumenten


Historie