T02409

Toezegging Zorgdragen voor het inventariseren en aanvullen van de middelen voor het Waarborgfonds Mijnbouwschade (34.041/34.390/34.348)



De Minister van Economische Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van het lid Ten Hoeve (OSF), toe te bekijken wat de behoefte aan middelen voor het Waarborgfonds Mijnbouwschade (in verband met schadeafhandeling in o.a. Limburg) is en zorg te dragen voor het aanvullen van deze middelen.


Kerngegevens

Nummer T02409
Status voldaan
Datum toezegging 20 december 2016
Deadline 1 juli 2020
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken (2012-2017)
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken en Klimaat
Kamerleden drs. H. ten Hoeve (OSF)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen mijnbouw
Kamerstukken Novelle Wet bewijsvermoeden gaswinning Groningen (34.390)
Versterking veiligheidsbelang mijnbouw en regie opsporings-, winnings- en opslagvergunningen (34.348)
Veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten en omkering van bewijslast bij schade binnen het effectgebied van een mijnbouwwerk (34.041)


Uit de stukken

Handelingen I 2016-2017, nr. 13, item 16, pagina 25-26

De heer Ten Hoeve (OSF):

(...)

Wat Limburg betreft ben ik blij dat de minister heel uitgebreid toegelicht heeft wat daar allemaal gebeurd is. Ik ben ervan overtuigd dat hij op deze manier de verantwoordelijkheid in dezen volledig genomen heeft, in overleg met provincie en gemeenten. Ik heb daar nog één kleine vraag over. De minister noemt het waarborgfonds. Dat is natuurlijk heel essentieel bij de schadevergoeding aan particulieren. De minister zei dat het waarborgfonds als het leeg raakt, aangevuld moet worden door de sector. Maar wat is in dit geval daar dan nog de sector?

Handelingen I 2016-2017, nr. 13, item 16, pagina 30

Minister Kamp:

(...)

De heer Ten Hoeve benadrukte het belang van onafhankelijke schadeafhandeling. Ik denk dat velen in deze zaal, onder wie ikzelf, dat met hem eens zijn. Hij sprak over de onduidelijkheid die er nog is op het punt van de versterking. Ik heb die onduidelijkheid niet geheel bij hem weg kunnen nemen. Ik denk dat dat een grote opgave is, waar we met zijn allen voor staan. We zorgen dat we goed in beeld krijgen wat daar moet gebeuren, en dat we wat nodig is op een verantwoorde manier naar de inwoners toe zullen gaan uitvoeren. Over Limburg vroeg hij zich af wie, als het Waarborgfonds leeg is, dat moet gaan vullen. Dat is een goede vraag. Dat fonds zal waarschijnlijk gevuld moeten gaan worden door degenen die nu gas winnen. Dat ligt niet erg voor de hand, want zij hebben daar eigenlijk niets mee te maken. Maar het is wel de mijnbouwsector. Het fonds zal toch gevuld moeten worden. We zullen bekijken wat de behoefte aan middelen voor dat fonds is, waarna we zullen doen wat nodig is om ervoor te zorgen dat die middelen er ook komen. De heer Ten Hoeve legt terecht de vinger op een gevoelig punt.


Brondocumenten


Historie