De minister voor Rechtsbescherming zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid De Boer (GroenLinks), toe dat bij de evaluatie van de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam zowel het nationaal als internationaal perspectief met betrekking tot de vangnetregeling wordt betrokken.
Nummer | T03591 |
---|---|
Status | openstaand |
Datum toezegging | 14 maart 2023 |
Deadline | 1 januari 2027 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister voor Rechtsbescherming |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris Rechtsbescherming |
Kamerleden | Mr.drs. M.M. de Boer (GroenLinks) |
Commissie | commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | evaluatie |
Onderwerpen | evaluaties gecombineerde geslachtsnaam vangnetregelingen |
Kamerstukken | Introductie gecombineerde geslachtsnaam (35.990) |
Handelingen I 2022-2023, nr. 22, item 6 - blz. 17
Mevrouw De Boer (GroenLinks):
“Ik wil nog even terugkomen op de oordelen die er tot nu toe zijn geweest van een Nederlandse rechter. Die oordelen zijn allemaal gegeven op basis van de vangnetnorm die we kennen en die in stand blijft, maar in relatie tot de oude wetgeving waarbij de keuze was tussen de naam van de geboortemoeder versus de naam van de andere ouder. Dan is de keuze van de vangnetnorm ook beperkt. Bent u het met mij eens dat de beoordeling of er sprake is van discriminatie tot een ander oordeel kan leiden op het moment dat die derde optie van een gecombineerde naam er is?”
Minister Weerwind:
“Mevrouw De Boer stelt naar mijn idee een gesloten vraag. Ik heb in mijn inleidende woorden echt getracht aan te geven dat ik dat oordeel niet heb en nu niet heb. Ik heb wel aangegeven dat ik dit vanuit de praktijk de komende drie jaar in kaart wil brengen — ik wil echt de evaluatie naar voren halen — om veel scherper in beeld te krijgen of daar sprake van is, ja of nee. Dat wil ik nadrukkelijk aan uw Kamer terugrapporteren en bekijken of dit noopt tot wijziging, ja of nee.”
Mevrouw De Boer (GroenLinks):
“Dank daarvoor. Mag ik dat dan ook zo begrijpen dat u bij zo'n evaluatie inderdaad niet alleen gaat kijken naar de ervaringen bij de wet — hoe vaak wordt die gebruikt; zijn mensen tevreden of niet? — maar dat u juist ook dit juridische kader in internationaal perspectief daarin meeneemt?”
Minister Weerwind:
“Zowel nationaal als internationaal perspectief wordt meegenomen, ja.”
Handelingen I 2022-2023, nr. 22, item 6 - blz. 18
Mevrouw De Boer (GroenLinks):
(…)
“Ik ben blij met de toezegging die de minister heeft gedaan om de evaluatie naar voren te halen en om hier nog eens goed naar te kijken. Dat geldt ook juist voor de vraag: verandert de margin of appreciation door de toegenomen mogelijkheden, dus de mogelijkheid om niet voor het een of het ander te kiezen, de mogelijkheid die er eerst niet was?
Ik ben ook blij met de toezegging dat de evaluatie niet, zoals gebruikelijk is bij evaluaties, alleen zal gaan over hoe het bevalt, wat de uitvoeringsproblemen zijn en hoeveel geld het kost, dus over dat soort vragen, maar dat ook nog eens een keer echt goed de juridische analyse gemaakt zal worden, ook in internationaal perspectief.”
Brondocumenten
-
behandeling Verslag EK 2022/2023, nr. 22, item 6
-
2 juli 2024
nieuwe verantwoordelijkheid: Staatssecretaris Rechtsbescherming -
2 juli 2024
verantwoordelijkheid verlopen: Minister voor Rechtsbescherming -
14 maart 2023
toezegging gedaan