E070009 - Voorstel voor een verordening houdende een verbod op het in de handel brengen, de invoer in en de uitvoer uit de Gemeenschap van katten- en hondenbont en van producten die dergelijk bont bevatten.
Het betreft een voorstel voor een verordening houdende een handelsverbod op honden- en kattenbont. De verordening bepaalt, naast een verbod op de in-, uitvoer en het in handel brengen van katten- en hondenbont en producten die dat soort bont bevatten, dat de Europese Commissie ieder jaar (vanaf 2009) analysemethoden vast zal leggen om vast te stellen of bont van katten en/of honden afkomstig is.
Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.
Europees
Verordening (EG) nr. 1523/2007 werd op 11 december 2007 ondertekend door de Raad en het Europees Parlement en gepubliceerd in Pb EU L343 d.d. 27 december 2007.
document Europese Commissie
COM(2006)684, d.d. 20 november 2006
rechtsgrondslag
artikelen 95 en 133 van het Verdrag.
commissie Eerste Kamer
beleidsterrein
De commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties heeft tijdens de vergadering d.d. 27 maart 2007 besloten het onderhavige voorstel onder de aandacht te brengen van de commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).
Op 24 april 2007 heeft de commissie LNV het onderhavige dossier voor kennisgeving aangenomen.
In fiche vier geeft de regering een positief subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel over het onderhavig voorstel. Volgens de regering is harmonisatie van wetgeving op Europees niveau noodzakelijk om interne marktverstoringen tegen te gaan. De regering stelt dat zij in kan stemmen met het voorstel. De regering geeft aan dat in verschillende onderzoeken naar voren gekomen is dat katten- en hondenbont weinig op de interne markt wordt aangetroffen. Volgens de regering is Nederland wél een belangrijk doorvoerland. Het handhaven van het verbod zal kosten met zich meebrengen. Over de hoogte van kosten in vooralsnog niets bekend.
De regering geeft aan dat bestaande wetgeving aangepast moet worden om het Europese verbod te implementeren. Volgens de regering biedt de bestaande Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (GWWD) onvoldoende rechtsgrondslag om het verbod erin op te nemen. De regering verwacht dat een wetswijziging twee jaar in beslag zal nemen en dat de beoogde implementatietermijn van het voorstel (de twintigste dag na publicatie, van toepassing vanaf 1 januari 2008) door Nederland niet gehaald zal worden. De handhavingsbevoegdheid van de douane als controlerende instanties zou ontleend kunnen worden aan de Algemene douanewet.
Ondanks haar uitgesproken steun vóór het voorstel, heeft de regering een aantal aandachtspunten bij het verordeningsvoorstel. De regering acht het mogelijk dat de verordening in strijd is met WTO-bepalingen omdat handelsbeperkende maatregelen worden opgelegd. Dit zou kunnen leiden tot een geschillenprocedure bij de Wereldhandelsorganisatie. Ten tweede wenst de regering een nadere bespreking op Europees niveau over de reikwijdte van het verbod en mogelijke uitzonderingen die beiden via de comitologieprocedure tot stand zullen worden gebracht.
Er zijn aanwijzigingen dat honden - en kattenbont en producten die dergelijk bont bevatten op de EU-markt worden aangeboden. Met name uit een land als China, waarvan bekend is dat zij deze dieren ook voor hun vacht houden. Honden en katten worden in de EU beschouwd als gezelschapsdieren en bont en bontproducten ervan worden niet acceptabel geacht op grond van de openbare zeden. In antwoord op de sterke weerstand die er leeft onder burgers tegen handel in dit soort producten, heeft een aantal lidstaten op nationaal niveau al regelgeving om deze handel tegen te gaan. Dergelijke verboden kunnen leiden tot een verstoring van de interne EU markt, doordat de verboden qua reikwijdte van elkaar verschillen. Het huidige voorstel harmoniseert de regelgeving m.b.t. de handel in honden- en kattenbont. Dit gebeurt door het verbieden van het op de EU-markt afzetten van producten die honden- en kattenbont bevatten en de im- en export ervan. Honden- en kattenbont kan gebruikt worden als vervanger voor andere bontsoorten omdat 't goedkoper is. Het gevolg van een EG-verbod is dan ook tevens het voorkomen van oneerlijke en misleidende praktijken. In het voorstel wordt het in de handel brengen, de invoer in en de uitvoer uit de Gemeenschap van katten- en hondenbont en van producten die dergelijk bont bevatten, verboden. Wel wordt de mogelijkheid gecreëerd om bont dat voorzien is van een etiket waarop wordt vermeld dat het afkomstig is van katten of honden die niet gefokt of gedood zijn voor de bontproductie, van het verbod uit te zonderen.
Tijdens de Landbouw- en Visserijraad d.d. 29 januari 2007 is een oriënterend debat gehouden naar aanleiding van onderhavig voorstel.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
Op 19 juni 2007 nam het Europees Parlement een resolutie aan m.b.t. onderhavige verordening.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
www.europarl.europa.eu/...In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.