E140023a - Voorstel voor een verordening betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik
Met dit voorstel wil de Europese Commissie het aanbod van geneesmiddelen in de EU vergroten om ziekten bij dieren te behandelen en te voorkomen. Daarnaast beoogd de Europese Commissie met het voorstel de wetgeving inzake geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik toe te snijden op de behoeften van de diergeneeskunde, en tegelijkertijd een hoog niveau van volksgezondheid en diergezondheid en een gezond milieu veilig te blijven stellen.
Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.
nationaal
De commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) nam het voorstel op 11 november 2014 voor kennisgeving aan.
Europees
De Europese Commissie publiceerde op 10 september 2014 het voorstel voor een verordening betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik. Het voorstel maakt onderdeel uit van een pakket maatregelen (zie ook E140023b) waarmee de Europese Commissie tracht de gezondheid van mensen en dieren te verbeteren. De deadline voor het indienen van eventuele subsidiariteitsbezwaren is 27 november 2014 .
document Europese Commissie
COM(2014)558, d.d. 10 september 2014
rechtsgrondslag
artikel 114 en artikel 168(4)(b) van het VWEU
commissie Eerste Kamer
beleidsterrein
verwant dossier
Op 13 juli 2021 heeft de Eerste Kamer het voorstel als hamerstuk afgedaan.
Op 1 januari 2019 is Verordening (EU) 2019/6 van 11 december 2018 gepubliceerd in het Europees Publicatieblad L4/43 en treedt op 28 januari 2022 in werking. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Meer informatie is te vinden in kamerstukdossier 35.661
-
Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 betreffende diergeneesmiddelen en tot intrekking van Richtlijn 2001/82/EG Europese Commissie - 2019/6
7 januari 2019
De commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) nam het voorstel op 11 november 2014 voor kennisgeving aan.
De commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) ontving op 7 november 2014 het BNC-fiche over E140023b en zal op 11 november 2014 de procedure voor behandeling bespreken.
De commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) ontving het BNC-fiche op 31 oktober 2014 en besloot op 4 november 2014 de procedure voor behandeling aan te houden tot na ontvangst van het BNC-fiche over E140023b.
De staatssecretaris van Economische Zaken stuurde op 7 oktober 2014 een brief aan de Kamer met daarin het bericht dat het BNC-fiche over dit voorstel niet binnen de daarvoor geldende zes-weken termijn naar de Kamer kan worden verzonden. De staatssecretaris geeft aan dat het fiche op zo kort mogelijke termijn alsnog aan de Kamer gestuurd zal worden.
De commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft dit voorstel als prioritair geselecteerd uit het werkprogramma 2010 van de Europese Commissie. De commissie besloot op 23 september 2014 te wachten op het regeringsstandpunt (BNC-fiche) alvorens te besluiten over nadere stappen over dit voorstel en het aan dit verwante voorstel voor een verordening tot wijziging van verordening 726/2004 (zie ook E140023b).
De commissie voor Economische Zaken besloot in een e-mailprocedure op 5 november 2014 geen behandelvoorbehoud of subsidiariteitstoets op de verordening te plaatsen.
De commissie voor Economische Zaken besloot tijdens een procedurevergadering op 30 oktober 2014 de staatssecretaris van Economische Zaken middels een brief dringend te verzoeken om de Kamer het BNC-fiche uiterlijk woensdag 5 november te doen toekomen. Na ontvangst van het BNC-fiche zal de commissie middels een emailprocedure bepalen of zij al dan niet een behandelvoorbehoud en/of een subsidiariteitstoets wenst.
In het verslag van de Landbouwraad van 13-14 oktober 2014 van 17 oktober 2014 geeft de staatssecretaris van Economische Zaken gehoor aan het verzoek van de commissie van Economische Zaken van 15 oktober 2014 om de Kamer te informeren over de reden van het uitstel van de BNC-fiche over het verordeningsvoorstel diergeneeskundig gebruik. De staatssecretaris geeft aan dat het BNC-fiche op korte termijn, uiterlijk begin november toegestuurd zal worden. De reden van het uitstel is de interdepartementale afstemming.
Tijdens een procedurevergadering op 15 oktober 2014 besloot de commissie voor Economische Zaken de staatssecretaris van Economische Zaken te verzoeken de Kamer op de hoogte te stellen van de oorzaak van de vertraging en de exacte datum waarop de BNC-fiches aan de Kamer zal worden aangeboden.
Op 8 oktober 2014 vond een algemeen overleg plaats over de Landbouw- en Visserijraad van 13-14 oktober 2014. Tijdens het algemeen overleg heeft de PvdD de staatssecretaris van Economische Zaken gevraagd wat de reden is dat de BNC-fiches niet binnen de gebruikelijke termijn naar de Kamer wordt gezonden. De PvdD vreest dat de termijnen voor de subsidiariteitstoets en het behandelvoorbehoud dan verlopen en acht dit niet wenselijk.
Voorafgaand aan de Landbouwraad van 29-30 september 2014 hebben leden van de PvdD schriftelijke vragen gesteld aan de staatssecretaris van Economische Zaken over de EU-voorstellen inzake diergeneeskundig gebruik. De staatssecretaris geeft in haar antwoord van 24 september 2014 alleen aan dat de Kamer op korte termijn via de BNC-fiche zal worden geïnformeerd over het standpunt van het kabinet.
-
brief regering; Aanbieding van het verslag Landbouw- en Visserijraad van 13 oktober 2014 Ministerie van Economische Zaken - 21.501-32, TK, 810
17 oktober 2014 -
-
Verslag van een schriftelijk overleg over de Landbouw- en Visserijraad van 29 en 30 september 2014 Tweede Kamer - 21.501-32, TK, 805
24 september 2014
Op 31 oktober 2014 stuurde de minister van Buitenlandse Zaken het BNC-fiche over het verordeningsvoorstel diergeneesmiddelen naar de Kamer. Het kabinetsoordeel ten aanzien van de subsidiariteit en proportionaliteit van dit voorstel is positief. De aanpak van het grensoverschrijdend verkeer van diergeneesmiddelen en ook de aanpak van antimicrobiële resistentie dienen op Europees niveau te worden vastgesteld dan wel geharmoniseerd te worden. Doel van het voorstel is versterking van de interne markt, waardoor er een gelijk speelveld ontstaat voor markttoelating, productie, handel in, en het gebruik van diergeneesmiddelen, waardoor in de gehele EU een uniform en hoog gezondheids- en veiligheidsniveau tot stand gebracht kan worden. Het kabinet ondersteunt deze doelstelling en een daarmee gepaarde Europese aanpak. Daarbij is het kabinet van mening dat een verordening, gelet op de rechtstreekse toepassing, het juiste middel is om de doelen van het voorstel te bereiken.
Wel wordt opgemerkt dat het uit het oogpunt van bescherming van mens, dier en milieu, wenselijk is om ook enige ruimte in te bouwen voor lidstaten om aanvullende nationale regelgeving te kunnen behouden en in te voeren.
De staatssecretaris van Economische Zaken stuurde op 7 oktober 2014 een brief aan de Kamer met daarin het bericht dat het BNC-fiche over dit voorstel niet binnen de daarvoor geldende zes-weken termijn naar de Kamer kan worden verzonden. De staatssecretaris geeft aan dat het fiche op zo kort mogelijke termijn alsnog aan de Kamer gestuurd zal worden.
-
brief regering; Fiche: Verordening diergeneesmiddelen Ministerie van Economische Zaken - 22.112, TK, 1928
31 oktober 2014 -
brief regering; Uitstelbrief BNC fiche, Verordening diergeneesmiddelen en gemedicineerd diervoeder COM (2014) 556, 557 en 558 Ministerie van Economische Zaken - 22.112, TK, 1919
7 oktober 2014
Het Europese voorstel voor een verordening betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik is met name gericht op het beschikbaar maken van een groter aanbod van geneesmiddelen binnen de EU om ziekten bij dieren te behandelen en te voorkomen. Het beoogde doel van het voorstel is het opstellen van samenhangende regelgeving gericht op de specifieke behoeften op het gebied van de diergeneeskunde. Tegelijkertijd stelt het voorstel een hoog niveau van volksgezondheid, diergezondheid en een gezond milieu voor.
In het bijzonder is het voorstel gericht op:
-
-Het vergroten van de beschikbaarheid van diergeneeskundige middelen;
-
-Het verlagen van administratieve lasten;
-
-Het stimuleren van concurrentie en innovatie;
-
-Het verbeteren van de interne markt; en
-
-Aandacht vragen voor het antimicrobiële resistentie (AMR).
-
-Deze doelen vullen elkaar niet alleen aan, maar hangen ook met elkaar samen, aldus de Commissie.
De voorgestelde verordening bouwt voort op de bestaande EU-regels voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, die waarborgen dat alleen geneesmiddelen waarvoor een vergunning voor het in de handel brengen is verleend, op de markt kunnen worden gebracht. De regels worden echter vereenvoudigd om de ontwikkeling van geschikte geneesmiddelen voor dieren in de EU mogelijk te maken. Deze vermindering van de bureaucratie betreft zowel de procedure inzake vergunningen voor het in de handel brengen als de controle op bijwerkingen (geneesmiddelenbewaking). De voorgestelde regels komen met name op tijd voor minder gangbare diersoorten zoals bijen, geiten, kalkoenen, paarden, enz., waarvoor thans geen geneesmiddelen beschikbaar zijn.
Om AMR te bestrijden en te helpen antibiotica voor mensen en dieren doeltreffend te houden, voorziet het voorstel in de mogelijkheid om de vergunning voor en het gebruik bij dieren van bepaalde antimicrobiële stoffen die voor de behandeling van infecties bij mensen zijn gereserveerd, te beperken.
-
Voorstel voor een verordening betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik commissievoorstel Europese Commissie - COM(2014)558
10 september 2014 -
Impact assessment bij het voorstel voor een verordening betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik [en] werkdocument Europese Commissie - SWD(2014)273
10 september 2014 -
Samenvatting van de impact assessment bij het voorstel voor een verordening betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik werkdocument Europese Commissie - SWD(2014)274
10 september 2014 -
Bijlagen bij het voorstel voor een verordening betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik commissievoorstel Europese Commissie - COM(2014)558 annexes 1 tot 4
10 september 2014
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
De deadline voor het indienen van eventuele subsidiariteitsbezwaren is 27 november 2014 .
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.