Verslag van de vergadering van 13 mei 2014 (2013/2014 nr. 29)
Aanvang: 13.41 uur
Status: gecorrigeerd
Uitbreiding gronden voor voorlopige hechtenis
Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de uitbreiding van de gronden voor voorlopige hechtenis (33360) .
(Zie vergadering van 6 mei 2014.)
De voorzitter:
Ik heet de minister van Veiligheid en Justitie van harte welkom in de Eerste Kamer.
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.
De heer Ruers i (SP):
Mevrouw de voorzitter. Ik lees deze verklaring voor namens mijn fractiegenote Nanneke Quik, die hier nog niet aanwezig is. Zij heeft vorige week, samen met veel collega's, helder uitgelegd aan de minister waaraan dit wetsvoorstel mank gaat. Naar onze mening is de minister er niet in geslaagd de kritiek van onze fractie en anderen op zijn voorstel te weerleggen. Hij is ook niet bereid om eerst het huidige stelsel van voorlopige hechtenis te evalueren, vooraleer over verdere verruiming te beslissen. Hij is evenmin bereid gebleken het voorstel te beperken tot de hulpdiensten van 112. Wij betreuren het dat sommige fracties desalniettemin toch groen licht geven aan dit onvoldragen en ontijdige voorstel. Wij doen dat, alles afwegende, niet.
In stemming komt het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de VVD, de PvdA, het CDA, de ChristenUnie en de SGP voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, D66, de PvdD, de OSF en 50PLUS ertegen, zodat het is aangenomen.