Verslag van de vergadering van 11 november 2014 (2014/2015 nr. 7)

Aanvang: 13.37 uur

Status: gecorrigeerd


Stemming Wijziging van de Opiumwet

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Opiumwet in verband met de strafbaarstelling van handelingen ter voorbereiding of vergemakkelijking van illegale hennepteelt (32842).

(Zie vergadering van 4 november 2014.)


De voorzitter:

Ik heet van harte welkom in de Eerste Kamer de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, die namens de regering bij de stemmingen aanwezig is.

Hebben alle leden de presentielijst getekend? Dat is het geval.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.


De heer Ruers i (SP):

Voorzitter. Wij betreuren het dat de minister van Veiligheid en Justitie niet ontvankelijk is gebleken voor de door ons naar voren gebrachte argumenten tegen het wetsvoorstel. Niet alleen hebben wij aangetoond dat de minister met het wetsvoorstel de bestaande ernstige maatschappelijke problemen niet oplost, we hebben ook aannemelijk gemaakt dat het wetsvoorstel om verschillende redenen contraproductief is. Het wetsvoorstel zal immers de illegale hennepteelt niet effectief tegengaan, de criminele uitwerking van de handel niet verminderen maar zelfs bevorderen, de maatschappelijke onrust niet beteugelen en de enorme verspilling van menskracht en geld bij politie en OM in stand laten. Evenzeer is het jammer dat de minister alle redelijke suggesties voor alternatieven naast zich heeft neergelegd. Wij hadden gehoopt, de minister tot andere en betere gedachten te kunnen brengen, maar dat is niet gelukt. Daarom moeten wij tegen het wetsvoorstel stemmen.


De heer Kuiper i (ChristenUnie):

Voorzitter. Onze fractie kon vorige week door omstandigheden niet deelnemen aan het debat, vandaar deze stemverklaring. Wij zullen het wetsvoorstel steunen. Het gaat over de voorbereiding van illegale hennepteelt en wij vinden het heel terecht dat die onder de strafbaarstelling wordt geschikt.

Mag ik ook iets over de motie zeggen, voorzitter?

De voorzitter:

Ja.

De heer Kuiper (ChristenUnie):

Het is een stemverklaring over de motie-Ter Horst c.s. die straks aan de orde is. Wij vinden de motie op zich qua tekst sympathiek. Wij delen de analyse dat het eigenlijk zo niet verder kan. Wij zouden wel willen dat dat dan echt gaat over het gedoogbeleid en niet alleen over het softdrugsbeleid. Voor de analyse kunnen wij dus zeker begrip opbrengen. Of de oplossing via de weg van een commissie gevonden moet worden, vragen wij ons af. Ook vinden wij de opdracht aan die commissie eigenlijk te open. Wij vinden dat die commissie een richting zou moeten meekrijgen, namelijk de richting van het beëindigen van het gedoogbeleid en niet de richting van mogelijke verdere legalisering. Daarom zullen wij tegen de motie stemmen.


Mevrouw Ter Horst i (PvdA):

Voorzitter. Wij zullen tegen het wetsvoorstel stemmen, omdat wij van mening zijn dat dit wetsvoorstel op geen enkele manier bijdraagt aan een toekomstbestendig softdrugsbeleid.


De heer De Lange i (OSF):

Voorzitter. Ondanks het feit dat het wetsvoorstel ook naar de mening van mijn fractie de nodige tekortkomingen vertoont, zal zij toch voor dit wetsvoorstel stemmen, omdat in elk geval de georganiseerde misdaad geen vrij baan mag krijgen op dit gebied.

Ten aanzien van de motie ligt de zaak anders. Door velen is betoogd dat het gedoogbeleid failliet is. Dat is mijn fractie ook van mening. Het wordt dus de hoogste tijd dat de regering op dit punt gaat regeren. Als we nu een commissie gaan instellen, zal dat tot gevolg hebben dat de regering de komende twee jaar weer op de handen gaat zitten, en dat is het laatste wat we moeten hebben. Wij zullen dus tegen die motie stemmen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

Vóór stemmen de leden: Sörensen, Van Strien, Swagerman, Terpstra, De Vries-Leggedoor, Beckers, Van Beek, Van Bijsterveld, Brinkman, Bröcker, Broekers-Knol, Van Dijk, Dupuis, Duthler, Essers, Ester, Faber-Van de Klashorst, Flierman, Franken, Frijters-Klijnen, Fred de Graaf, De Grave, Hermans, Hoekstra, Huijbregts-Schiedon, Van Kappen, Kneppers-Heijnert, Knip, Kok, Kops, Kuiper, De Lange, Van der Linden, Lokin-Sassen, Martens, Popken, Reynaers, Schaap en Schouwenaar.

Tegen stemmen de leden: Slagter-Roukema, Sylvester, Thissen, Vlietstra, Vos, De Vries, Van Zandbrink, Backer, Barth, Beuving, De Boer, Van Boxtel, Duivesteijn, Elzinga, Engels, Ganzevoort, Gerkens, Thom de Graaf, Ter Horst, Koffeman, Koning, Koole, Kox, Meijer, Nagel, Postema, Quik-Schuijt, Reuten, Ruers, Scholten en Sent.

De voorzitter:

Ik constateer dat dit wetsvoorstel met 39 tegen 31 stemmen is aangenomen.