Verslag van de vergadering van 24 januari 2017 (2016/2017 nr. 15)
Aanvang: 21.13 uur
Status: gecorrigeerd
Stemming motie Twee derden meerderheid van stemmen voor goedkeuring van EU-verdragen
Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij de behandeling van het Voorstel van wet van het lid Van der Staaij houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van het vereiste van een meerderheid van twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen in de Staten-Generaal voor de goedkeuring van verdragen betreffende de Europese Unie,
te weten:
de motie-Duthler c.s. over het aanhouden van het wetsvoorstel totdat de staatscommissie Bezinning Parlementair Stelsel haar onderzoek heeft afgerond (30874(R1818), letter G).
(Zie vergadering van heden.)
De voorzitter:
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.
De heer De Graaf i (D66):
Voorzitter. Dit wetsvoorstel is inmiddels elf jaar oud. Je zou kunnen redeneren "dan doen we er nog een paar jaartjes bij", maar inmiddels hebben twee commissies, waaronder één staatscommissie, zich over de materie gebogen en dat betekent dat het voorstel echt rijp is voor besluitvorming. Dit betekent dat de fractie van D66 niet voelt voor uitstel op het allerlaatste moment; er moet gewoon een keuze worden gemaakt. Zoals bekend, zullen wij het wetsvoorstel niet steunen en de motie dus ook niet.
De heer Lintmeijer i (GroenLinks):
Voorzitter. Wij zouden het liefst zien dat het wetsvoorstel gewoon in stemming wordt gebracht en dat er nee tegen wordt gezegd, om de redenen die wij in twee debatbijdragen hebben geformuleerd. Tegelijkertijd begrijpen wij dat een aantal partijen het nodig vindt om toch nog een keer goed te kijken hoe dat nee zou kunnen landen. Om die reden zullen wij de motie steunen.
De heer Van Rooijen i (50PLUS):
Voorzitter. Bij de grondige behandeling van dit wetsontwerp is niet over één nacht ijs gegaan. De uitvoerige en grondige behandeling — ik zei het al — geeft geen reden tot verder uitstel door de hete aardappel door te schuiven naar een staatscommissie. Onze fractie is van mening dat nu een besluit over het wetsontwerp moet worden genomen; wij zullen de motie niet steunen.
De heer Koffeman i (PvdD):
Voorzitter. Wij denken dat elf jaar lang genoeg is om over een wetsvoorstel na te denken. Wij vinden dat de heer Van der Staaij het voorstel met verve heeft verdedigd. Wij zien niks in uitstel; we denken dat uitstel alleen maar op angst kan duiden en wij zijn niet bang. Wij zullen dus tegen de motie stemmen.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik kijk even rond. Ik zie dat er geen leden meer zijn die een stemverklaring willen afleggen.
In stemming komt de motie-Duthler c.s. (30874(R1818), letter G).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de VVD, de PvdA, het CDA, GroenLinks en de OSF voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SGP, de ChristenUnie, de PvdD, 50PLUS, de SP, D66 en de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.
Ik stel voor, zoals ik al eerder gezegd heb, om de beraadslaging over het wetsvoorstel te schorsen.
De beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
Ik dank van mijn kant de heer Van der Staaij nog hartelijk voor zijn geweldige bijdrage.