Verslag van de vergadering van 10 april 2018 (2017/2018 nr. 26)
Aanvang: 13.37 uur
Status: gecorrigeerd
Stemming Vergoeding van affectieschade
Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade mogelijk te maken en het verhaal daarvan alsmede het verhaal van verplaatste schade door derden in het strafproces te bevorderen (34257).
De voorzitter:
Aan de orde zijn de stemmingen. Ik heet de minister van Justitie en Veiligheid van harte welkom in de Eerste Kamer.
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.
Mevrouw Duthler i (VVD):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Het in Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek introduceren van affectieschade als schadevorm die in aanmerking kan komen voor vergoeding is een principiële stap. Een eerder, vergelijkbaar wetsvoorstel sneuvelde in deze Kamer, onder andere door een tegenstem van mijn fractie. Nu in dit wetsvoorstel overzichtelijke, vaste vergoedingen worden geïntroduceerd en de kring van aanspraakgerechtigden beperkt is, terwijl de mogelijkheid van vergoeding van affectieschade voor slachtoffers en nabestaanden zo veel kan betekenen — zij ervaren dit als een vorm van erkenning van leed en als een zekere genoegdoening — is mijn fractie bereid om die principiële stap te zetten. Mijn fractie zal daarom voor het wetsvoorstel stemmen.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Duthler. Meneer Ruers.
De heer Ruers i (SP):
Mevrouw de voorzitter. Namens de SP-fractie wil ik bij dezen onze instemming en waardering uitspreken voor het voorliggende wetsvoorstel inzake de vergoeding van affectieschade. Ik stel echter ook vast dat deze Kamer eerder, acht jaar geleden, op 8 maart 2010, het toenmalige wetsvoorstel affectieschade nota bene na tien jaar politieke discussie heeft afgewezen. We hebben dat toen zeer betreurd. De SP is derhalve thans blij dat ook deze Kamer vandaag, naar het zich laat aanzien, het wetsvoorstel vergoeding affectieschade aanneemt. Daardoor zal eindelijk, veel te laat naar ons oordeel, recht worden gedaan aan naasten voor het leed dat zij ondervinden doordat een persoon met wie zij een affectieve band hebben, ernstig gewond raakt of overlijdt.
Dank u.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Ruers. Meneer Van Rij.
De heer Van Rij i (CDA):
Mevrouw de voorzitter. Ik zal een stemverklaring afleggen namens de CDA-fractie en namens de fractie van de SGP. In de nadere memorie van antwoord heeft de regering op zorgvuldige wijze nog alle uitstaande vragen van onze fracties beantwoord. Dat gaat dan met name om het begrip "ernstig en blijvend letsel", de kring van gerechtigden, de zorgschade, de hoogte van de uitkeringen, de belasting van de rechterlijke macht en ten slotte de evaluatiebepaling. De leden van onze fracties hechten aan een serieuze evaluatie van deze wet over vijf jaar, zoals door de regering is toegezegd. Hopelijk blijft de door sommigen gevreesde claimcultuur uit.
Ten slotte, mevrouw de voorzitter. Overwegende dat er een groot maatschappelijk draagvlak is voor dit wetsvoorstel en het past in een internationale ontwikkeling, laat de CDA-fractie de bezwaren varen zoals tot uitdrukking gekomen bij de verwerping van een eerdere versie van dit wetsvoorstel in deze Kamer, in 2010. De CDA-fractie en de SGP-fractie stemmen mitsdien voor dit wetsvoorstel.
Dank u.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Rij.
Ik stel voor te stemmen bij zitten en opstaan.
Daartoe wordt besloten.
In stemming komt het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Ik constateer dat dit wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.