Verslag van de vergadering van 10 juli 2018 (2017/2018 nr. 38)
Aanvang: 22.48 uur
Status: gerectificeerd
Stemming Verlaagd wettelijk collegegeld
Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de introductie van een grondslag voor de verlaging van het wettelijk collegegeld voor groepen van studenten (verlaagd wettelijk collegegeld) (34911).
(Zie vergadering van heden.)
De voorzitter:
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.
Mocht u nog gedachtes hebben over moties, dan kunt u die ook kwijt.
Mevrouw Gerkens i (SP):
Voorzitter. Het blijft wrang dat in onze samenleving de ene student maximaal kan lenen om te beleggen terwijl de andere student maximaal moet lenen om te overleven. In dat kader vinden wij dat er verkeerde keuzes zijn gemaakt met dit wetsvoorstel. Hoewel, de student die maximaal moet lenen heeft wel voordeel bij dit wetsvoorstel. En daarom kiezen wij er toch voor om voor te stemmen.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Gerkens. Nog anderen? Meneer Van Kesteren.
De heer Ton van Kesteren i (PVV):
Over de moties, voorzitter. De PVV is het ten principale oneens met de minister als het gaat om het goedpraten van de doorgeschoten internationalisering en verengelsing van het onderwijs, dat echt ten koste gaat van de Nederlandse studenten en het Nederlandse onderwijs. Maar, voorzitter, haar visie op de motie-Ganzevoort kunnen we onderschrijven, want argumenten kunnen namelijk ook op andere gronden dan op onderzoek zijn gebaseerd.
De motie-Bruijn vraagt om de beschikbare compensatie per instelling te bezien, opdat de instellingen deze maatregel zonder extra kosten kunnen implementeren. Mede gelet op het feit dat dit ook door de instellingen wordt gewenst, zal de PVV deze motie steunen.
Wat betreft de motie-Nooren. Deze motie zal door de PVV worden gesteund, omdat deze recht doet aan studenten uit gezinnen met een laag inkomen, inclusief de toegankelijkheid van deze groep tot het hoger onderwijs.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer van Kesteren. Nog anderen die een stemverklaring wensen af te leggen? Dat is niet het geval.
We stemmen bij zitten en opstaan.
In stemming komt het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Ik constateer dat dit wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.