Verslag van de vergadering van 23 juni 2020 (2019/2020 nr. 33)
Aanvang: 13.49 uur
Status: gecorrigeerd
Stemming Wet straffen en beschermen
Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regeling inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling (Wet straffen en beschermen) (35122).
De voorzitter:
Ik heb begrepen dat de heer Kox het woord wil bij de interruptiemicrofoon.
De heer Kox i (SP):
Dank u wel, voorzitter. Dit is een belangrijke uitspraak van deze Kamer. Ik zou u willen vragen om, net als de vorige keer, dit deel van het stenogram door te geleiden naar het kabinet en het kabinet te vragen om uiterlijk komende maandag met een reactie te komen, zodat deze Kamer kan overwegen of er eventueel nog een vierde termijn aangevraagd moet worden.
Dank u wel.
De voorzitter:
Ik zal handelen conform uw verzoek.
(Zie vergadering van 16 juni 2020.)
De voorzitter:
Wij gaan verder met de stemming over het wetsvoorstel 35122 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regeling inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling (Wet straffen en beschermen).
Wenst een van de leden een stemverklaring over het wetsvoorstel af te leggen? U kunt uw stemverklaring bij de interruptiemicrofoon afleggen.
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.
Mevrouw Vos.
Mevrouw Vos i (PvdA):
Voorzitter. De rechter houdt rekening met alle relevante omstandigheden van het geval, dus ook met de te verwachten feitelijke detentieduur. De rechter zal voor eenzelfde feitelijke detentieduur dus vermoedelijk gemiddeld lager gaan straffen. Door dit effect te ontkennen en vast te blijven houden aan de rechtse retoriek van strenger straffen bij een wet die hier expliciet niet voor is bedoeld, zet hij de rechter vol in de wind. Daarvan hebben we als Kamer recent nog in meerderheid geconstateerd dat dit zeer onwenselijk is.
Dit ongewenste neveneffect laat onverlet dat de fractie van de PvdA vóór de wet zal stemmen. De snelle en op maat toegesneden resocialisatie, waarvoor ook geld beschikbaar is, heeft het net gewonnen van de negatieve elementen van deze wet. De wet maakt mogelijk dat de gevangenis, reclassering en gemeente meteen aan de slag gaan. Herstelrecht gaat tijdens detentie worden ingevoerd. De toezegging dat ook de praktijk ruimte krijgt om die resocialisatie vorm te geven, neemt onze zorgen niet volledig weg, maar het maakt wel dat het kwartje net naar voren is gevallen.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
De heer Janssen.
De heer Janssen i (SP):
Voorzitter. Aan de ene kant wil deze wet vanaf dag één aan de slag gaan met de resocialisatie van gedetineerden. Dit past in de agenda van de SP dat het beperken van recidive het voorkomen van slachtoffers is. Aan de andere kant wil deze wet, via de sluiproute van een wijziging van de voorwaardelijke invrijheidsstelling, dus de straftenuitvoerlegging verlengen. Vanaf de werkvloer van de gevangenissen, de rechterlijke macht, de advocatuur en de reclassering wordt voor beide onderdelen van de wet nadrukkelijk gewaarschuwd, zowel voor de uitvoering van het eerste deel als voor de invoering van het tweede deel. De SP deelt de grote twijfels van de werkvloer over de uitvoering van de resocialisatie en over de invoering van de wijziging van de voorwaardelijke invrijheidsstelling. De minister heeft die twijfels in het debat niet weg kunnen nemen en heeft die twijfels op onderdelen zelfs versterkt. Daarom zal de SP in de Eerste Kamer tegen deze wet stemmen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Janssen. Zijn er nog meer leden met een stemverklaring? De heer Nicolaï.
De heer Nicolaï i (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. De Partij voor de Dieren stemde in de Tweede Kamer als enige tegen deze wet. Wetenschappers en alle instanties die bij de uitvoering betrokken zijn, hebben met kracht van argumenten aangevoerd dat deze wet hoort te stranden. Uit de rechtspraktijk weten we bovendien dat strafrechters bij het opleggen van de straf al rekening houden met de periode van vi. Vindt de rechter 20 jaar opsluiting een verdiende straf, dan legt hij 30 jaar op, met als uitgangspunt dat die laatste 10 jaar bedoeld zijn voor terugkeer in de maatschappij. Met die redenering zal de rechter met de nu voorgestelde wet niet 30, maar 22 jaar gevangenisstraf moeten opleggen. De minister, daarmee geconfronteerd, gaf aan dat dat niet de bedoeling was en hij dreigde zelfs het wetsvoorstel in te trekken. Dus eist hij van de rechter dat deze 30 jaar moet blijven geven, 8 jaar langer dan hij verantwoord acht.
De voorzitter:
Meneer Nicolaï, wilt u afronden?
De heer Nicolaï (PvdD):
Nog één zin. Dit voorstel heeft dus eigenlijk tot doel om een langere opsluitingsduur af te dwingen. Een regering die dat wil, moet eerlijk en transparant met een wet komen voor minimumstraffen. Het heimelijke doel is nu ontmaskerd. Onthutsend, zulke stiekeme wetgeving. Met nog meer overtuiging stemmen wij tegen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Nog meer stemverklaringen aan deze kant? De heer Dittrich.
De heer Dittrich i (D66):
Voorzitter. Dit wetsvoorstel organiseert maatwerk voor gedetineerden in hun weg naar resocialisatie. Dat is voor de fractie van D66 erg belangrijk. Voorts constateren wij dat de minister in het debat heeft toegezegd dat het bij de vi, de voorwaardelijke invrijheidstelling, en een hoger beroep niet zo kan zijn dat straffen zwaarder uitvallen. Mocht dat zo zijn, heeft de minister toegezegd met het Openbaar Ministerie en de zittende magistratuur overleg te voeren. Hij heeft zelfs gezegd dat er rekening mee kan worden gehouden in het straftoemetingsbeleid. Dat is voor de fractie van D66 belangrijk. Wij stemmen voor dit wetsvoorstel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Dittrich. Nog meer stemverklaringen over dit wetsvoorstel? De heer Cliteur.
De heer Cliteur i (FvD):
Voorzitter. De fractie van Forum voor Democratie is ingenomen met het feit dat de nieuwe Wet straffen en beschermen het automatisme heeft verlaten dat een gedetineerde in vrijheid wordt gesteld na twee derde van het uitzitten van de opgelegde straf. De beperking van de vervroegde invrijheidstelling op een maximum van twee jaar verwelkomen wij, evenals het voorwaardelijke karakter van de vervroegde invrijheidstelling. We zien overigens wel dat er nog onzekerheden bestaan, maar wij achten dit een stap in de goede richting. Het is een kleine stap, want Forum voor Democratie is van mening dat bij de strafdoelen die in de memorie van toelichting genoemd worden het klassieke doel van vergelding te weinig aandacht krijgt. Ook achten wij het wenselijk dat meer wordt ingezet op incapacitatie, op het beschermen van de samenleving tegen ex-gedetineerden, die, zoals we weten, nog altijd een recidiverisico van 50% met zich meebrengen. Maar, zoals gezegd, dit wetsvoorstel is een bescheiden stap voorwaarts. Daarom willen wij dit wetsvoorstel steunen.
De voorzitter:
Mevrouw Veldhoen.
Mevrouw Veldhoen i (GroenLinks):
Voorzitter. Mijn fractie laat zich geen zand in de ogen strooien en luistert goed naar alle belangrijke ketenpartners in dit veld. Deze wet heet Wet straffen en beschermen, maar komt neer op zwaarder straffen en minder beschermen. Daarom stemmen wij tegen deze wet.
De voorzitter:
Kijk, dat was kort en doeltreffend. Dat was de laatste stemverklaring over dit wetsvoorstel.
We gaan stemmen bij zitten en opstaan.
In stemming komt het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, het CDA, FvD, Fractie-Otten, de VVD, 50PLUS, de PvdA, de OSF, D66, de PVV en de ChristenUnie voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, de SP en de PvdD ertegen, zodat het is aangenomen.