Verslag van de vergadering van 13 oktober 2020 (2020/2021 nr. 5)
Aanvang: 20.00 uur
Status: gecorrigeerd
Hamerstuk
Aan de orde is de behandeling van:
-
-de brief van de voorzitters van de vaste commissies voor Justitie en Veiligheid, voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning d.d. 13 oktober 2020 met het voorstel tot het vragen van voorlichting aan de Afdeling advisering van de Raad van State over het wetsvoorstel Tijdelijke wet maatregelen covid-19) (35526) (35526, letter C).
De voorzitter:
Thans is aan de orde een voorstel tot het vragen van voorlichting aan de Raad van State dat als hamerstuk kan worden afgedaan. Het betreft 35526, letter C, de brief van de voorzitters van de vaste commissies voor Justitie en Veiligheid, voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning met het voorstel tot het vragen van voorlichting over het wetsvoorstel Tijdelijke bepalingen in verband met maatregelen ter bestrijding van de epidemie van covid-19 voor de langere termijn, kortweg de Tijdelijke wet maatregelen covid-19.
Wenst een van de leden stemming over het voorlichtingsverzoek? Dat is niet het geval.
Dan is het voorstel tot het vragen van voorlichting aanvaard.
Verlangt iemand aantekening? De heer Van Pareren verlangt aantekening, waarvan akte. Dank u wel. Wij noteren dat.
De leden van de fractie van FvD wordt conform artikel 121 van het Reglement van Orde aantekening verleend dat zij geacht willen worden zich niet met het voorstel te hebben kunnen verenigen.
Meneer Van Pareren, u wilt het woord? Gaat uw gang, maar u kunt geen stemverklaring afleggen, meneer Van Pareren. Ik weet niet wat u wilt gaan doen. Wij hebben net een hamerstuk afgedaan; daar hoort geen stemverklaring bij. U kunt wel het woord voeren over bijvoorbeeld een voorstel van orde, maar u kunt geen stemverklaring afleggen.
De heer Van Pareren i (FvD):
Dan zie ik ervan af.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan zijn wij gekomen aan het einde van de vergadering. Ik dank alle leden en medewerkers die deze vergadering mogelijk hebben gemaakt en ik wens u wel thuis.