Verslag van de vergadering van 23 februari 2021 (2020/2021 nr. 26)
Aanvang: 13.31 uur
Status: gecorrigeerd
De voorzitter:
Hierbij richt ik mij tot het lid en eerste Ondervoorzitter, mevrouw Nooren, die vandaag voor het laatst als Eerste Kamerlid in ons midden is. Mevrouw Nooren, u heeft de gelederen voor de Partij van de Arbeid-fractie versterkt. Ik wil u hartelijk bedanken voor uw inzet in de afgelopen periode en ik wens u alle goeds. Wij zullen op een later moment nog afscheid van u nemen.
Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.
De Tijdelijke regeling digitaal quorum, die de Kamer heeft vastgesteld op 27 oktober jongstleden, vervalt van rechtswege op 1 maart 2021, tenzij de Kamer haar tijdig verlengt. Gezien de actuele situatie met betrekking tot het coronavirus en de geldende landelijke richtlijnen stel ik voor om de regeling te verlengen met de in artikel 3 van de tijdelijke regeling genoemde termijn van ten hoogste twee maanden; dat wil zeggen: tot 1 mei 2021.
Kan de Kamer met dit voorstel instemmen? Dat is het geval.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Wenst iemand aantekening? Mevrouw Faber.
Mevrouw Faber-van de Klashorst i (PVV):
Voorzitter. De PVV wil graag aangeven dat zij tegen zou hebben gestemd als dit in stemming zou zijn gebracht. Wij vragen dus aantekening.
De voorzitter:
De leden van de fractie van de PVV wordt conform artikel 112 van het Reglement van Orde aantekening verleend dat zij geacht willen worden zich niet met het voorstel te hebben kunnen verenigen.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan deel ik de Kamer voorts mee dat ook het eerder door mij genomen Tijdelijk besluit digitaal quorum van 29 oktober 2020 zal worden gecontinueerd tot 1 mei 2021.
Ik zie dat de heer Kox de interruptiemicrofoon benadert. Ik geef hem graag het woord.
De heer Kox i (SP):
Voorzitter. Ik wil een punt van orde maken. Dat is het eigenlijk niet, maar wij vergaten zojuist allemaal te klappen voor onze eerste Ondervoorzitter. Er staat ook nog een hele bos bloemen achter haar. Dus ik stel voor dat we …
(Applaus)
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Kox.