Verslag van de vergadering van 14 december 2021 (2021/2022 nr. 11)
Aanvang: 13.32 uur
Status: gecorrigeerd
Stemming Gemeentelijke taak voor aanbieden prenataal huisbezoek
Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet publieke gezondheid vanwege het opnemen daarin van een gemeentelijke taak om prenataal huisbezoek te verrichten (35593).
De voorzitter:
Thans zijn aan de orde de stemmingen. Ik heet de staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst, die namens de regering bij de stemmingen aanwezig is, nogmaals van harte welkom.
Hebben voldoende leden de presentielijst getekend? Dat is het geval.
We stemmen als eerste over het wetsvoorstel 35593, Wijziging van de Wet publieke gezondheid vanwege het opnemen daarin van een gemeentelijke taak om prenataal huisbezoek te verrichten. Wenst een van de leden een stemverklaring af te leggen? Mevrouw De Bruijn, namens de VVD.
Mevrouw De Bruijn-Wezeman i (VVD):
Voorzitter. Om jeugdgezondheidszorg of andere taken in het sociaal domein te kunnen uitvoeren, zijn soms medische gegevens nodig. Deze kunnen op basis van vigerende wetgeving worden verstrekt met uitdrukkelijke toestemming van de cliënt. Het verbaast de VVD-fractie echter dat de Autoriteit Persoonsgegevens het toestemmingsvereiste als grondslag voor de gegevensuitwisseling ter discussie stelt, omdat er sprake zou zijn van een afhankelijkheidsrelatie en kwetsbaarheid van de doelgroep. Dit getuigt niet van vertrouwen in de zorgprofessional, die de wettelijke plicht heeft om de vrijwilligheid van de toestemming te bewaken, en roept vragen op over de mogelijkheden en onmogelijkheden van de gegevensuitwisseling tussen de zorg en het sociaal domein in het algemeen. De VVD-fractie mist in dezen een kritische beschouwing van de regering op het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens. Zo had de Raad van State, die ook altijd alert is op de grondslagen voor gegevensuitwisseling, geen inhoudelijke opmerkingen bij het wetsvoorstel.
De VVD-fractie steunt het beoogde doel van de wet en zal daarom voorstemmen, maar wij hebben ingevolge het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens de nodige bedenkingen over de effectiviteit, omdat nu cliënten slechts geadviseerd mogen worden. Het gaat hier om vrouwen in een kwetsbare situatie met mogelijk beperkt doenvermogen. De vraag is of zij het gegeven advies zullen opvolgen.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw De Bruijn. Dan de heer Van Dijk, van de SGP.
De heer Van Dijk i (SGP):
Voorzitter. Ook een stemverklaring met betrekking tot prenataal huisbezoek. De SGP is voorstander van een overheidsbeleid dat ouders, kinderen en gezinnen beschermt. Met deze wet wil de staatssecretaris gemeenten verplichten om vrouwen en gezinnen in een kwetsbare situatie een prenataal huisbezoek aan te bieden. De SGP heeft begrip voor deze wettelijke verankering. Tegelijkertijd zien wij twee risico's. Eén. Dankzij het amendement-Van der Staaij c.s. is in de wet verankerd dat het huisbezoek vrijwillig is, niet verplicht. In de praktijk zouden vrouwen evenwel kunnen menen dat zij hier toch verplicht aan moeten meewerken. Twee. In de wet is niet gedefinieerd wat kwetsbaarheid is. Het risico bestaat dat dit begrip door gemeenten wordt opgerekt. De Staat dringt dan te veel binnen in het gezinsleven. Gemeenteraden zullen bij de uitvoering dus scherp moeten toezien op zowel de vrijwilligheid als de reikwijdte van deze wet. Met deze kanttekening stemt de SGP graag voor het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Dijk. Wenst een van de andere leden een stemverklaring af te leggen? Dat is niet het geval. We stemmen bij zitten en opstaan.
In stemming komt het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, het CDA, Fractie-Nanninga, FVD, de VVD, Fractie-Otten, GroenLinks, de SP, 50PLUS, de PvdA, de OSF, D66, de PvdD en de ChristenUnie voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fractie van de PVV ertegen, zodat het is aangenomen.
Ik geef graag het woord aan de heer Van Rooijen over zijn aangehouden motie 35570, letter Y, die op de stemmingslijst staat. De heer Van Rooijen.
De heer Van Rooijen i (50PLUS):
Voorzitter, dank. Wij, althans een aantal fracties hier, weten morgen pas wat er in het akkoord staat. Daarom wil ik de stemming tot volgende week uitstellen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Rooijen. Dan wordt de motie met instemming van de Kamer, zoals ik kan constateren, van de stemmingslijst afgevoerd.
Hiermee zijn we aan het einde van de stemmingen gekomen.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.