Verslag van de vergadering van 15 maart 2022 (2021/2022 nr. 21)
Aanvang: 14.05 uur
Status: gecorrigeerd
Stemming Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking
Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag en de Wet milieubeheer voor de invoering van een minimum CO2-prijs bij elektriciteitsopwekking (Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking) (35216).
(Zie vergadering van 8 maart 2022.)
De voorzitter:
Dan stemmen wij over het wetsvoorstel 35216, Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag en de Wet milieubeheer voor de invoering van een minimum CO2-prijs bij elektriciteitsopwekking.
Wenst een van de leden een stemverklaring over het wetsvoorstel af te leggen? De heer Otten. Gaat uw gang.
De heer Otten i (Fractie-Otten):
Voorzitter. Wat ons betreft is deze wet minimum CO2-beprijzing overbodige symboolwetgeving. Wat we nu moeten doen in de huidige energiecrisis, die nog verergerd is door de Russische inval in Oekraïne, is zo snel mogelijk onze hypermoderne kolencentrales, die tot de schoonste ter wereld behoren, weer helemaal openzetten en niet gaan sluiten, zoals het kabinet voornemens is. Als het kabinet dan zijn eigen CO2-doelstelling zo graag wil halen, sluit dan een van de smerigste bedrijven van Nederland, namelijk Tata Steel. Dan ben je in één keer klaar en kunnen we de elektriciteitsopwekking voortzetten.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Otten.
De heer Otten (Fractie-Otten):
Daarom zullen we tegenstemmen.
De voorzitter:
Dank u wel. Het was nog net op de grens van een stemverklaring en een derde termijn.
De heer Van Apeldoorn namens de SP.
De heer Van Apeldoorn i (SP):
Dank u, voorzitter. Mijn fractie vindt de invoering van een minimumprijs voor de uitstoot van CO2 een noodzakelijk instrument in het kader van de energietransitie, maar dan moet die minimumprijs wel van een niveau zijn waarop deze ook effect heeft. Dat is met het voorliggende wetsvoorstel niet het geval, waardoor de toegevoegde waarde ervan uitermate beperkt is. De regering is echter, na alle kritiek vorige week geuit in deze Kamer, met de toezegging gekomen om tussentijds te evalueren en vóór het Belastingplan 2024 een voorstel te doen voor een gewijzigd minimumprijspad, mocht de evaluatie uitwijzen dat dit wenselijk is. Volgens mijn fractie is die wenselijkheid nu al evident, dus wij rekenen op die verbetering van het huidige wetsvoorstel, al hadden wij liever nu een beter wetsvoorstel gezien. Alles afwegende stemmen wij voor dit wetsvoorstel, in de verwachting dat er binnen twee jaar iets beters is.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer van Apeldoorn. Dan is het woord aan mevrouw Prast namens de Partij voor de Dieren.
Mevrouw Prast i (PvdD):
Dank u, voorzitter. De wet doet in deze vorm niet hetgeen waarom het begonnen was, namelijk de vervuiler laten betalen en daardoor CO2-uitstoot ontmoedigen. Daarmee is zij in deze vorm in de ogen van de fractie van de Partij voor de Dieren niet alleen overbodig, maar kan zij ook de geloofwaardigheid van het beleid en het draagvlak voor verduurzaming schaden. Wij vonden de brief niet overtuigend om ons vóór dit wetsvoorstel te laten stemmen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Prast. Wenst een van de andere leden een stemverklaring over het wetsvoorstel af te leggen? Dat is niet het geval.
We stemmen bij zitten en opstaan.
In stemming komt het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van D66, het CDA, de VVD, GroenLinks, de ChristenUnie, 50PLUS, de PvdA, de SP, de SGP en de OSF voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie-Nanninga, Fractie-Otten, de PVV, de PvdD en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.