Verslag van de vergadering van 13 februari 2024 (2023/2024 nr. 20)
Aanvang: 13.35 uur
Status: gecorrigeerd
Aan de orde is de beëdiging en installatie van mevrouw Van Aelst-den Uijl MA.
De voorzitter:
Dan is thans aan de orde de installatie van mevrouw Van Aelst-den Uijl.
Ik deel aan de Kamer mede dat door mij zijn benoemd tot leden van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven van het benoemde lid der Kamer mevrouw Van Aelst-den Uijl: mevrouw Karimi als voorzitter en de heer Van Gasteren en mevrouw Perin-Gopie als lid.
Ik deel aan de Kamer mede dat de ingekomen missives van de voorzitter van het centraal stembureau en de geloofsbrieven van mevrouw Van Aelst-den Uijl in handen zijn gesteld van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven.
Het is mij gebleken dat de commissie haar taak reeds heeft verricht.
Ik geef derhalve het woord aan mevrouw Karimi, voorzitter van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven van mevrouw Van Aelst-den Uijl, tot het uitbrengen van rapport.
Mevrouw Karimi (voorzitter van de commissie):
Dank u wel, voorzitter. De commissie welke de geloofsbrieven van mevrouw Van Aelst-den Uijl heeft onderzocht, heeft de eer te rapporteren dat de geloofsbrieven en de daarbij ingevolge de Kieswet overgelegde bescheiden in orde zijn bevonden.
Het rapport van commissie is neergelegd ter Griffie ter inzage voor de leden.
De commissie adviseert de Kamer mevrouw Van Aelst-den Uijl als lid van de Kamer toe te laten.
Dank u wel.
De voorzitter:
Ik dank mevrouw Karimi voor het uitbrengen van rapport en de commissie voor het verrichten van haar taak. Ik stel aan de Kamer voor het advies van de commissie te volgen en het volledige rapport in de Handelingen te doen opnemen. Kan de Kamer zich hiermee verenigen? Dat is het geval.
(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Ik verzoek de Griffier mevrouw Van Aelst-den Uijl binnen te leiden. Ik verzoek alle leden en de overige aanwezigen te gaan staan.
(Mevrouw Van Aelst-den Uijl wordt binnengeleid door de Griffier.)
De voorzitter:
Dan gaan we nu over tot het afleggen van de belofte door mevrouw Van Aelst-den Uijl. Mevrouw Van Aelst-den Uijl, ik verzoek u de volgende belofte af te leggen: "Dat verklaar en beloof ik." Ik lees daartoe allereerst het formulier voor.
"Ik verklaar dat ik, om tot lid der Staten-Generaal te worden benoemd, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik beloof trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan de Grondwet.
Ik beloof dat ik de plichten die mijn ambt mij oplegt getrouw zal vervullen."
Mevrouw Van Aelst-den Uijl i (SP):
Dat verklaar en beloof ik.
De voorzitter:
Ik wens u van harte geluk met uw benoeming en installatie. Ik verzoek u om de presentielijst te tekenen en daarna plaats te nemen. Ik zal na de stemmingen en het afscheid van de heer Kox de vergadering schorsen, zodat de collega's u kunnen feliciteren, en ikzelf ook.