Herdenking van de heer A.A.M. van Agt



Verslag van de vergadering van 27 februari 2024 (2023/2024 nr. 21)

Aanvang: 13.35 uur

Status: gecorrigeerd


Aan de orde is .


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Aan de orde is de herdenking van de heer Van Agt. Ik heet de minister-president van harte welkom in de Eerste Kamer. Ik verzoek de leden en de aanwezigen, voor zover dat mogelijk is, te gaan staan.

Op maandag 5 februari jongsleden, drie dagen na zijn 93ste verjaardag, overleed Dries van Agt, oud-minister-president van Nederland. Ik heet ook zijn familie welkom bij deze herdenking.

De kleurrijke en eigenzinnige Van Agt maakte in de jaren zeventig en het begin van de jaren tachtig deel uit van het landsbestuur, eerst als minister van Justitie en vervolgens zes jaar als minister-president. Het waren roerige tijden, waarin Nederland sterk veranderde.

Dries van Agt wordt als Andreas Antonius Maria van Agt geboren op 2 februari 1931 in het Brabantse Geldrop. Als oudste van vijf kinderen groeit hij op in een katholiek gezin. Hij beschrijft zijn jeugd als "het Brabant van toen. (…) Je was er geborgen. De samenleving was overzichtelijk."

Na de middelbare school in Eindhoven gaat Van Agt rechten studeren in Nijmegen, waar hij ook zijn latere echtgenote Eugenie ontmoet. Hij begint als advocaat en is vervolgens als jurist werkzaam bij de ministeries van Landbouw en Visserij en van Justitie. Hij vervolgt zijn loopbaan als hoogleraar aan de universiteit van Nijmegen en wordt in 1971 minister van Justitie.

De man die zegt geen politieke carrière te ambiëren voert als minister van Justitie in de kabinetten-Biesheuvel en het kabinet-Den Uyl debatten die spetteren en knetteren, zoals over de vrijlating van de Drie van Breda, de zaak-Menten en de treinkaping bij De Punt.

Hij vindt het moeilijk als mensen hem als conservatief bestempelen, omdat dat volgens hem "notoir onjuist" is. Van Agt krijgt dat verwijt vanwege de sluiting van abortuskliniek Bloemenhove, maar is in 1976 tegelijkertijd een van de bewindspersonen die zorgen voor een wijziging van de Opiumwet, waardoor het bezit van hennep voor eigen gebruik niet langer als misdrijf wordt gezien.

Wat weinig mensen nu nog weten, is dat Van Agt in 1973 zeventien dagen minister ad interim is van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. In die hoedanigheid verdedigt hij in de Eerste Kamer een wet tot verhoging van de omroepbijdrage. Van Agt noemt in het debat het kabinet-Biesheuvel II "supreem demissionair", zijn overtreffende trap van de demissionaire status. Drie dagen na het debat treedt het kabinet-Den Uyl aan.

Van 1977 tot 1983 is Van Agt premier. In dezelfde tijd wordt het CDA geboren, de fusiepartij van KVP, CHU en ARP, waarvan hij de aanvoerder is. Bovendien wordt het afbreken van zwangerschappen onder het kabinet-Van Agt gelegaliseerd en blijkt zijn standpunt over abortus veel genuanceerder dan menigeen denkt.

Op het Binnenhof in de senaat verdedigt hij het beleid van zijn regering tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen. In 1981 begint hij zijn beantwoording met de verzuchting dat — ik citeer — "de jaarlijkse gedachtewisseling met deze Kamer opnieuw een reeks van boeiende beschouwingen heeft voortgebracht. Voor de regering is dit telkenjare een tweetal etmalen van bezinning. Het is een vorm van volwasseneneducatie, zogezegd!" Ik ben natuurlijk benieuwd of de huidige premier die beschouwingen in dit huis de afgelopen veertien jaar op dezelfde wijze heeft ervaren.

Velen wezen de afgelopen weken al op het bloemrijke taalgebruik van Dries van Agt. Ik haal in dat verband graag oud-Eerste Kamervoorzitter Piet Steenkamp aan, die over Van Agt zei dat hij zich in formatieonderhandelingen gedroeg "als een betonnen bunker met bloemetjes versierd".

Na het verlaten van de Nederlandse politiek blijft Van Agt bestuurlijk actief als commissaris van de Koningin in Noord-Brabant en ambassadeur van de Europese Gemeenschap in Japan en de Verenigde Staten. Bovendien zet hij zich later als erevoorzitter van de door hem opgerichte stichting The Rights Forum in voor de rechten van Palestijnen.

Toen men hem na zijn vertrek als premier vroeg hoe hij herinnerd wilde worden, antwoordde Van Agt — vanzelfsprekend citeer ik hem opnieuw — "als een clair-obscur dat straks in de herinnering zal vervagen als het veelkleurig loofbos onder de melancholieke nevels van de herfst".

Dries van Agt was een onconventioneel en vernieuwend politicus die altijd zichzelf is gebleven, tot op de dag van zijn overlijden, een moment dat hij samen met zijn geliefde Eugenie koos.

Van Agts bijdrage aan de Nederlandse samenleving en de plaats van Nederland in de wereld is van zeer grote waarde geweest. Wij herdenken hem vandaag dan ook met het grootste respect. Moge dit respect en de grote waardering voor zijn verdiensten voor ons land tot steun zijn voor zijn kinderen, kleinkinderen, verdere familie en zijn vrienden.

Ik geef het woord aan de minister-president.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Minister Rutte i:

Meneer de voorzitter. Dries van Agt was zijn leven lang een totaal eigensoortig mens, een man die onder alle omstandigheden en in elke functie zichzelf bleef en nooit het grijze midden zocht. Zijn levensmotto ontleende Van Agt aan de apostel Paulus: "onderzoekt alles, maar behoudt het goede". Daarbij past dat hij hield van tradities en van decorum. Daarbij past misschien ook die barokke, ietwat ronde taal, die zo karakteristiek voor hem was.

Maar als persoon was Dries van Agt zeker niet conventioneel. Eerder het tegendeel. "Kleurrijk", "charmant", "ontregelend", dat zijn woorden die wel bij hem passen. Zijn belangrijkste opponent, Joop den Uyl, noemde hem bij zijn afscheid van de landspolitiek in 1982 "een man die wel vaak weerstand opriep, maar zelden vijandschap". Dat was raak getroffen. En er klinkt ook waardering in door, ondanks hun uiteenlopende persoonlijkheden en alle verschillen van mening die zo kenmerkend waren voor de complexe relatie tussen deze twee politieke grootheden. "Het is jammer", schreef Den Uyl verder — en ik citeer opnieuw — "… dat ik nooit met hem ben wezen fietsen, daargelaten of we bij de eerste herberg zouden zijn afgestapt." En dat is warmte, ondanks alles.

De beeldvorming wil dat Dries van Agt in 1971 als progressieve Nijmeegse jurist vanuit het niets de landspolitiek in werd geparachuteerd om minister van Justitie te worden, dat hij zich al snel ontpopte als een oerconservatief die pleitte voor een "ethisch reveil", zoals hij dat zelf noemde, en die in zijn leven na de politiek opnieuw progressief werd. Dat beeld is misschien niet onwaar, maar in mijn ogen wel veel te beperkt. Dries van Agt was nooit eendimensionaal progressief of conservatief. Hij paste niet in een hokje.

Wat wel waar is: rechtvaardigheid was voor hem als volbloed jurist een kernbegrip en hij acteerde op zijn geweten. Zoals toen hij als jong minister van Justitie voorstelde om gratie te verlenen aan de Drie van Breda. Zoals in de kwestie rond de abortuskliniek Bloemenhove. En zoals in zijn latere leven als, inderdaad, hartstochtelijk pleitbezorger voor de Palestijnse zaak. Zijn geweten en zijn gevoel voor rechtvaardigheid dreven hem, maakten hem strijdbaar. Wie zoekt naar een rode draad in zijn publieke leven, komt daarbij uit.

Voorzitter. Voor mij persoonlijk was Dries van Agt de eerste premier die ik echt bewust meemaakte. Eerlijk gezegd, als kind begreep ik zijn doorwrochte en gedragen volzinnen natuurlijk maar half, en woorden als "deksels", "sapristi" en "amice" waren mij totaal vreemd. Maar je kreeg bij Van Agt wel meteen het gevoel dat politiek ergens over ging. Je voelde hoe het kon zinderen, zeker in die beroemde driehoek met Hans Wiegel en Joop den Uyl. En dat vond ik fascinerend.

Ik denk met een grote glimlach terug aan alle ontmoetingen die ik in later jaren mocht hebben met "mijn betovergrootvader in het ambt", zoals ik hem vaak noemde, tot zijn grote plezier. Een gesprek met Dries van Agt was altijd genoeglijk, nooit saai en er viel steevast wat te lachen. Ook als het gesprek scherp was, en dat was vaak genoeg het geval. Ik ga dat missen!

Voorzitter. Ik denk dat velen met mij diep ontroerd waren door het bericht dat Dries van Agt en zijn onafscheidelijke echtgenote Eugenie na een huwelijk van meer dan 65 jaar besloten ook de laatste reis samen te maken. Hand in hand, een grotere liefde is nauwelijks denkbaar. Daarvan heeft Van Agt zelf vaak genoeg getuigd. Zonder Eugenie, die hij steevast "mijn meisje" noemde, voelde hij zich een half mens en haar nuchtere oordeel telde zwaar voor hem. Of zoals Van Agts biografen het ooit omschreven: Eugenie had toegang tot zijn hart. Ook haar herdenken wij vandaag met diep respect.

Meneer de voorzitter. Een van de vele gevleugelde uitdrukkingen van Dries van Agt luidde: "In het licht van het hiernamaals is alles wat wij doen gering." Ik waag het vandaag nog één keer met hem in discussie te gaan, want deze relativerende uitspraak mag waar zijn voor de meesten van ons, maar niet voor iemand die 93 jaar lang zo veel heeft betekend voor zo veel mensen. Die niet geringe nagedachtenis aan een rijk en welbesteed leven blijft bij ons, samen met tal van mooie herinneringen. Nederland is hem dankbaar.

Ik wens de kinderen, de kleinkinderen en alle andere nabestaanden van Dries en Eugenie van Agt veel sterkte toe bij de verwerking van dit grote verlies.

De voorzitter:

Ik dank de minister-president voor zijn woorden. Ik verzoek eenieder een moment stilte in acht te nemen.

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)

De voorzitter:

Dank u wel. Ik schors de vergadering, zodat u met mij de condoleances kunt overbrengen aan de familie in de Hall.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.