Verslag van de vergadering van 16 april 2024 (2023/2024 nr. 29)
Aanvang: 13.31 uur
Status: gecorrigeerd
Stemming motie Begroting Koning 2024
Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2024,
te weten:
-
-de motie-Van Rooijen over geen wijziging Grondwet inzake de grondwettelijke uitkeringen (36410-I, letter B).
(Zie vergadering van 9 april 2024.)
De voorzitter:
Thans zijn aan de orde de stemmingen. Ik heet de staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst, die namens de regering bij de stemmingen aanwezig is, van harte welkom in de Eerste Kamer.
Hebben voldoende leden de presentielijst getekend? Dat is het geval.
Dan stemmen wij over de motie 36410-I, letter B, de motie van het lid Van Rooijen over geen wijziging Grondwet inzake de grondwettelijke uitkeringen. Wenst een van de leden een stemverklaring over de motie af te leggen? De heer Dittrich, D66.
De heer Dittrich i (D66):
Dank u wel, voorzitter. Tijdens het debat over de begroting van het Huis van de Koning heeft collega Van Rooijen deze motie waar we over gaan stemmen ingediend. In het kort komt het erop neer dat als de Eerste Kamer deze motie aanvaardt, wij een ruime tweederdemeerderheid van de Tweede Kamer de mond snoeren. De Eerste Kamer moet bij de eigen rol blijven. Laten we wachten of er ooit door de nieuwe regering een wetsvoorstel wordt ingediend en door de Tweede Kamer wordt aanvaard, dat dan onze kant op komt. Dan kunnen we de inhoud daarvan bediscussiëren.
Voorzitter. Bij een deel van de toelichting van de heer Van Rooijen op zijn motie sluit de fractie van D66 zich aan; dat zal u misschien verbazen. Ik citeer de heer Van Rooijen: "Een solide democratie vertimmert zich niet voortdurend, want dan wordt het wel een wankel geheel." En precies daarom zal de fractie van D66 tegen deze motie stemmen.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan de heer Talsma namens de ChristenUnie.
De heer Talsma i (ChristenUnie):
Dank u zeer, voorzitter. De overweging in de motie dat voor het veranderen van de Grondwet zwaarwegende redenen aanwezig moeten zijn, kan uiteraard rekenen op steun van mijn fractie. Maar de gedachte dat wij hier in de Eerste Kamer met een uitspreekmotie ons teweer gaan stellen tegen een verzoek dat de Tweede Kamer aan de regering heeft gedaan, strookt in de opvatting van mijn fractie niet met de verhouding tussen de Eerste en de Tweede Kamer. Daarom zal mijn fractie de motie niet steunen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Talsma. Wenst een van de andere leden een stemverklaring af te leggen? Dat is niet het geval.
Wij stemmen bij zitten en opstaan.
In stemming komt de motie-Van Rooijen (36410-I, letter B).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, de VVD, BBB en 50PLUS voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van OPNL, GroenLinks-PvdA, D66, het CDA, Volt, de PVV, FVD, de SP, de PvdD, JA21 en de ChristenUnie ertegen, zodat zij is verworpen.
Hiermee zijn wij gekomen aan het einde van de stemming. Ik schors de vergadering voor een kort ogenblik.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.