Verslag van de vergadering van 4 juni 2024 (2023/2024 nr. 34)
Aanvang: 13.38 uur
Status: gecorrigeerd
Stemming Wet versterking participatie op decentraal niveau
Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet, de Waterschapswet en de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in verband met de participatieverordening en het uitdaagrecht van inwoners en maatschappelijke partijen (Wet versterking participatie op decentraal niveau) (36210).
(Zie vergadering van 28 mei 2024.)
De voorzitter:
Dan stemmen wij over het wetsvoorstel 36210, Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet, de Waterschapswet en de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in verband met de participatieverordening en het uitdaagrecht van inwoners en maatschappelijke partijen (Wet versterking participatie op decentraal niveau). Wenst een van de leden een stemverklaring af te leggen? De heer Van den Berg namens de VVD.
De heer Van den Berg i (VVD):
Dank u, voorzitter. De VVD-fractie heeft bij deze wetsbehandeling kritische vragen gesteld over nut en noodzaak van dit voorstel en vindt het jammer dat dit wetsvoorstel geen oplossing biedt voor de twee belangrijkste problemen rondom participatie, namelijk de participatieongelijkheid en de de facto inperking van de afwegingsruimte van de gekozen volksvertegenwoordigers. Anderzijds zien wij de positieve kanten van dit wetsvoorstel, namelijk dat in de Staten, raden en waterschappen een gestructureerd gesprek gevoerd moet gaan worden over of en hoe zij participatie willen vormgeven en inkaderen. Wij vertrouwen erop dat dat gesprek leidt tot een goed afgewogen balans tussen de representatieve en de participatieve democratie, zodat men het algemeen belang stevig boven deelbelangen zal blijven stellen. Daarom zal mijn fractie voor dit wetsvoorstel stemmen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van den Berg. De heer Janssen namens de SP.
De heer Janssen i (SP):
Voorzitter. De SP is een groot voorstander en voorvechter van participatie en betrokkenheid van burgers. Maar de wet die nu voor stemming voorligt, over de participatieverordening, maakt niet iets mogelijk wat nu niet mogelijk is. Als de gemeente, de provincie of het waterschap burgers wil betrekken bij invoering, uitvoering en evaluatie van maatregelen, dan kan dat nu al. Dat geldt ook voor het uitdagingsrecht. En het gebeurt nu ook al volop. Het gaat om houding en gedrag van de overheden die naar de burgers moeten luisteren en ze niet alleen maar aanhoren. De Nationale ombudsman roept in zijn jaarverslag over 2023 de overheid op om te stoppen met steeds weer nieuwe systemen introduceren en te beginnen met echt luisteren naar burgers en daar ook naar handelen. Deze wet is naar mening van de SP een wet waar we ook zonder kunnen, juist omdat we participatie zo belangrijk vinden. Daarom zal de SP tegen deze overbodige wet stemmen, met de oproep aan overheden om in handelen en doen de burgers serieus te nemen en ze niet alleen voor de vorm te betrekken.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Janssen. Dan mevrouw Van Langen-Visbeek namens de BBB-fractie.
Mevrouw Van Langen-Visbeek i (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Ook de fractie van de BBB is een groot voorstander van participatie, maar we zijn van mening dat deze wet niet doelmatig is — dat bewijst ook de rapportage van de Raad van State — nut en noodzaak van deze wet onvoldoende zijn aangetoond en er onvoldoende middelen voor de uitvoering beschikbaar worden gesteld. Kortom, als we minder overbodige regels willen, kunnen we best zonder deze wet. Daarom zal de BBB tegen deze wet stemmen en tegen de moties.
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Langen-Visbeek. Wenst een van de andere leden nog een stemverklaring af te leggen? De heer Van Hattem namens de PVV.
De heer Van Hattem i (PVV):
Ja, voorzitter, alleen een stemverklaring over de moties. Moet dat zo meteen of zal ik dat nu alvast doen?
De voorzitter:
U staat er nou toch. Gaat uw gang.
De heer Van Hattem (PVV):
Dank, voorzitter. Ten aanzien van de moties. We hebben de motie van de fractie van Volt, van de heer Hartog. Die richt zich op de positie van Bonaire. Daar hebben we in de eerste termijn ook aandacht voor gevraagd. Toen heeft de minister gezegd: het gaat om een amendement, dus artikel 208 van de WolBES over overleg is niet van toepassing. Echter, een amendement is ook een aangelegenheid die voor het openbaar lichaam van belang is, dus in die zin is het wel degelijk nodig om overleg te plegen. Met die interpretatie is het al een wettelijke verplichting, dus ik neem aan dat de staatssecretaris dit actief gaat oppakken. Mocht dit wetsvoorstel worden aangenomen, dan is deze motie wat ons betreft overbodig. We moeten deze wet, als wij tegen zouden stemmen, ook sowieso niet implementeren.
Dan ten aanzien van de motie-Roovers. Deze is niet primair gericht op winstuitkering, maar het kan natuurlijk wel zo zijn dat in de tweede lijn bijvoorbeeld een windturbineontwikkelaar gaat investeren in een lokaal project. Daarom zien we deze motie als tekortschietend en sowieso onwenselijk, omdat deze gericht is op uitvoering van het wetsvoorstel, waar wij tegen zullen stemmen.
Wij zullen tegen beide moties en het wetsvoorstel stemmen, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Hattem. Wenst een van de andere leden op dit moment een stemverklaring af te leggen? Dat is niet het geval. Ik zie drie aanwezigen achter de regeringstafel inmiddels verlangend terugdenken aan hun tijd in de Eerste Kamer en zowel de inhoudelijkheid als de altijd volle tribunes hier, zoals u ziet.
We stemmen bij zitten en opstaan.
In stemming komt het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van OPNL, GroenLinks-PvdA, de SGP, D66, het CDA, Volt, FVD, de PvdD, de VVD, JA21, de ChristenUnie en 50PLUS voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van de PVV, de SP en BBB ertegen, zodat het is aanvaard.