Verslag van de vergadering van 14 januari 2025 (2024/2025 nr. 14)
Aanvang: 13.37 uur
Status: gecorrigeerd
Aan de orde is de beëdiging en installatie van mevrouw M.N.J. van der Linden.
De voorzitter:
Dan is nu aan de orde de installatie van mevrouw M.N.J van der Linden.
Ik deel aan de Kamer mede dat door mij zijn benoemd tot leden van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven van het benoemde lid der Kamer mevrouw M.N.J. van der Linden: mevrouw Kluit als voorzitter, mevrouw Visseren-Hamakers als lid en de heer Marquart Scholtz eveneens als lid.
Ik deel aan de Kamer mede dat de ingekomen missives van de voorzitter van het centraal stembureau en de geloofsbrieven van mevrouw M.N.J. van der Linden in handen zijn gesteld van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven.
Het is mij gebleken dat de commissie haar taak reeds heeft verricht.
Ik geef derhalve het woord aan mevrouw Kluit, voorzitter van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven van mevrouw Van der Linden, tot het uitbrengen van rapport.
Mevrouw Kluit:
Dank, voorzitter. De commissie welke de geloofsbrieven van het benoemde lid van de Kamer mevrouw M.N.J. van der Linden heeft onderzocht, heeft de eer te rapporteren dat de geloofsbrieven en de daarbij ingevolge de Kieswet overgelegde bescheiden in orde zijn bevonden.
Het rapport van de commissie is neergelegd bij de Griffie ter inzage voor alle leden.
De commissie adviseert de Kamer om mevrouw Van der Linden als lid van de Kamer toe te laten.
De voorzitter:
Ik dank mevrouw Kluit voor het uitbrengen van rapport en de commissie voor het verrichten van haar taak. Ik stel aan de Kamer voor het advies van de commissie te volgen en het volledige rapport in de Handelingen te doen opnemen. Kan de Kamer zich hiermee verenigen? Ja.
Daartoe wordt besloten.
(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)
De voorzitter:
Ik verzoek de Griffier mevrouw Van der Linden binnen te leiden. Ik verzoek alle leden te gaan staan.
(Mevrouw Van der Linden wordt binnengeleid door de Griffier.)
De voorzitter:
Dan gaan we nu over tot het afleggen van de eed door mevrouw Van der Linden.
Mevrouw Van der Linden, ik verzoek u de volgende eed af te leggen. Ik lees daartoe allereerst het formulier voor.
"Ik zweer dat ik, om tot lid van de Staten-Generaal te worden benoemd, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan de Grondwet.
Ik zweer dat ik de plichten die mijn ambt mij oplegt, getrouw zal vervullen."
U steekt de twee voorste vingers van uw rechterhand aaneengesloten op en zegt daarop: zo waarlijk helpe mij God almachtig.
Mevrouw Van der Linden i (VVD):
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
De voorzitter:
Ik wens u van harte geluk met uw benoeming en installatie en verzoek u de presentielijst te tekenen.
Zoals gezegd, zal ik straks de vergadering schorsen, zodat de collega's u kunnen feliciteren en tevens afscheid kunnen nemen van mevrouw Schippers.
De presentielijst gaat nu getekend worden. Ik verzoek de collega's weer plaats te nemen.