25.304

Wet op de Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht



Dit wetsvoorstel regelt de samenstelling en de nationale adviestaak van de Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht.

Wettelijke regeling is nodig op grond van artikel 4 van de Kaderwet adviescolleges. Het instellingsbesluit uit 1897 blijft gehandhaafd vanwege bepalingen uit het Statuut van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht uit 1955.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Schriftelijke voorbereiding
Eerste Kamer
Afkondiging
Staatsblad(en)

Het voorstel is op 15 januari 1998 zonder beraadslaging en zonder stemming door de Tweede Kamer aangenomen. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 10 februari 1998 als hamerstuk afgedaan.

De wet is opgenomen in Staatsblad 208 van 14 april 1998.


Kerngegevens

ingediend

14 april 1997

titel

Regeling van de samenstelling en de werkzaamheden van de Staatscommissie tot voorbereiding van de te nemen maatregelen ter bevordering van de codificatie van het internationaal privaatrecht, ingesteld bij koninklijk besluit van 20 februari 1897, Stcrt. 1897, nr. 46 (Wet op de Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht)

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

  • minister van Justitie
  • staatssecretaris van Binnenlandse Zaken

inwerkingtreding

De dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 1997


Documenten