Belastingplan 1998

Dit wetsvoorstel wijzigt enkele belastingwetten waardoor een lastenverlichting voor burgers en werkgevers mogelijk is.

Hierdoor dalen de kosten van arbeid waardoor de werkgelegenheid wordt gestimuleerd.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.

Het voorstel is op 27 november 1997 met algemene stemmen door de Tweede Kamer aangenomen. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 16 december 1997 zonder stemming aangenomen.

De wet is opgenomen in Staatsblad 730 van 29 december 1997.

ingediend

titel

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

• PvdA - E. ter Veld

ondertekening

inwerkingtreding

1 januari 1998, met enkele uitzonderingen

Maatregelen die de werkgelegenheid en een evenredige inkomensontwikkeling stimuleren:

• - 

  verhoging van het maximum arbeidkostenforfait met f. 460 en een verhoging van het percentage met 2%

• - 

  verlenging van de eerste belastingschijf met f. 350 en de tweede belastingschijf met f. 4150

• - 

  verhoging van de basisaftrek met f. 1380

• - 

  een extra fiscale aftrek voor ouderen van f. 500

• - 

  invoering van een inkomensonafhankelijk deel in de ouderenaftrek en aanvullende ouderenaftrek van f. 500

• - 

  verruiming van de fiscale aftrek voor chronisch zieken

• - 

  verlaging van de lokale lasten voor burgers met in totaal f. 100 per huishouden

• - 

  verhoging van het belastingdeel in de eerste schijf met 5.05% naar 8,85% en verlaging van het premiedeel van 32,2% naar 27,5%.

  Het gecombineerde tarief van de eerste schijf daalt daardoor per saldo van 37,3% naar 36,35%

• - 

  verlaging van de vermogensbelasting op particulier vermogen en ondernemingsvermogen van 8 naar 7 promille en verruiming van de belastingvrije sommen met respectievelijk f21.000 en f26.000

Maatregelen gericht op het verlagen van de werkgeverslasten:

• - 

  verruiming van de tegemoetkoming aan werkgevers ter stimulering van de werkgelegenheid aan de onderkant

• - 

  een verdubbeling van de afdrachtvermindering lage lonen tot f3660

• - 

  verhoging van de doorstroomvermindering van f915 naar f1830 voor lonen tot 130% van het wettelijk minimumloon

• - 

  verlaging van de lokale lasten (afschaffing milieuleges en leges voor bodemsanering)