Dit voorstel wijzigt onder meer de Gemeentewet en de Waterschapswet met betrekking tot de werktuigenvrijstelling in de onroerende zaakbelasting en waterschapsomslag. Het voorstel geeft een omschrijving van begrippen en criteria waaraan voldaan moet worden om voor vrijstelling in aanmerking te komen.
Een eerder voorstel (21.591) over beperking van de werktuigenvrijstelling is door de regering in 1996 ingetrokken, onder meer na bezwaren uit de Eerste Kamer. Daarin zou een verschuiving van lastendruk tussen burgers en bedrijven optreden. In dit voorstel wordt daarvan afgezien.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 3 november 1998 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 8 december 1998 zonder stemming aangenomen.
De wet is opgenomen in Staatsblad 685 van 22 december 1998.
ingediend
11 november 1997titel
Wijziging van de Gemeentewet, de waterschapswet en de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet met betrekking tot de werktuigenvrijstelling (Wet wijziging werktuigenvrijstelling)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- staatssecretaris van Binnenlandse Zaken
inwerkingtreding
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2001 maar is voor de waardebepaling, bedoeld in de Wet waardering onroerende zaken, ten behoeve van het tijdvak dat aanvangt op 1 januari 2001, van toepassing vanaf 1 januari 1999
3
-
8 december 1998
behandeling en stemming (zonder stemming) Handelingen EK 1998/1999, nr. 11: blz. 245-246 -
3 november 1998
stemming (met algemene stemmen aangenomen) Handelingen TK 1998/1999, nr. 19: blz. 1143-1144 -
28 oktober 1998
behandeling Handelingen TK 1998/1999, nr. 17: blz. 1032-1038