Dit wetsvoorstel wijzigt de Vreemdelingenwet. Het voorstel voorziet in een beperkte vorm van hoger beroep in vreemdelingenzaken. Het hoger beroep is mogelijk in geval van een bodemprocedure omtrent de hoofdzaak: toegang tot Nederland of niet.
In het belang van de vreemdeling en de overheid is een procedure vereist waarin snel duidelijkheid wordt verschaft. Het voorstel sluit een aantal procedures uit waarin de vreemdeling zijn afwijzing direct kan voorleggen aan één rechterlijke instantie.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is ingetrokken door de minister en de staatssecretaris van Justitie bij brief van 17 februari 2000 (TK 25.829 nr. 6).
ingediend
22 december 1997titel
Wijziging van de Vreemdelingenwet in verband met de invoering van hoger beroep in vreemdelingenzakenschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
-
-Uitgesloten van hoger beroep zijn ondermeer:
-
-hoger beroep tegen een beslissing op verzoek om een voorlopige voorziening;
-
-hoger beroep tegen de toepassing van conservatoire maatregelen;
-
-hoger beroep tegen een beslissing waarbij een asielaanvraag kennelijk ongegrond of niet-ontvankelijk is verklaard.
-
-
-De termijn waarin hoger beroep kan worden ingesteld is vier weken.
-
-Het hoger beroep heeft geen schorsende werking.
-
-De vreemdeling kan de Afdeling Bestuursrechtspraak verzoeken om een voorlopige voorziening om het hoger beroep af te wachten.
-
-De Afdeling Bestuursrechtspraak dient binnen 23 weken uitspraak te doen.
Er zijn geen documenten gevonden.