Dit voorstel maakt het mogelijk de asielaanvraag van vluchtelingen die niet de juiste bescheiden kunnen overleggen af te wijzen. Zonder deze bescheiden (visa, verblijfsdocumenten of ander aanvullend bewijs) is het niet mogelijk te onderzoeken of toelating als vluchteling toegestaan kan worden.
Zonder deze papieren is het bovendien niet mogelijk te onderzoeken of de procedure tot toelating tot vluchteling door een ander EG-land moet worden uitgevoerd (volgens de zogenoemde Overeenkomst van Dublin).
Bij de aanvraag tot toelating als vluchteling blijkt een overgrote meerderheid van de mensen niet de juiste papieren te kunnen overleggen. Dit voorstel wil de moeilijkheden bij het onderzoek naar de toelatingsgronden beperken.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 26 november 1998 aangenomen door de Tweede Kamer. GroenLinks, SP en het lid Van Oven (PvdA) stemden tegen. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 19 januari 1999 zonder stemming aangenomen. GroenLinks, SP en het lid Scholten (PvdA) is daarbij aantekening verleend.
De wet is opgenomen in Staatsblad 29 van 28 januari 1999.
De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 32 van 28 januari 1999.
ingediend
1 juli 1998titel
Wijziging van de Vreemdelingenwet (ongedocumenteerden)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
- staatssecretaris van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
8