Dit voorstel brengt enkele aanpassingen aan op het terrein van de strafrechtspleging.
De aanleiding daartoe is het verwerken van de rechtspraak op het punt van een onderdeel van de beslagregeling en de toepassing van de regeling over het toekennen van opschortende werking aan gratieverzoeken.
Daarnaast wordt het Wetboek van Strafvordering aangepast aan reeds in werking getreden regelgeving en worden een aantal omissies hersteld.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 6 april 2000 zonder stemming en beraadslaging aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 8 mei 2000 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 204 van 23 mei 2000.
De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 225 van 30 mei 2000.
ingediend
26 augustus 1999titel
Wijziging van enige bepalingen in het Wetboek van Strafvordering (systematische aanpassingen)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
2
-
-
6 april 2000
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 1999/2000, nr. 66: blz. 4541