Dit voorstel van rijkswet keurt het statuut goed ter oprichting van een Internationaal Strafhof (Trb. 2000, 120), dat zich bezig gaat houden met internationaal strafrecht met betrekking tot genocide, misdrijven tegen de menselijkheid, oorlogsmisdrijven en agressie.
Het Statuut is op 17 juli 1998 aanvaard in Rome. Tegen stemden onder andere China en uiteindelijk ook de Verenigde Staten. De Amerikaanse president Clinton heeft overigens op het laatste moment, toen het jaar 2000 ten einde liep, alsnog het verdrag ondertekend. Een voorbereidende commissie (prepcom) werkt een aantal vraagstukken van meer gedetailleerde aard nader uit. Het Strafhof wordt gevestigd in Den Haag.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 20 maart 2001 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 3 juli 2001 zonder stemming aangenomen.
De Eerste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en Hoge Colleges van Staat heeft op haar verzoek van 11 juli 2001 van de minister van BZK een notitie met betrekking tot artikel 91.3 van de Grondwet (EK nr. 237c) ontvangen. De plenaire behandeling van deze notitie vond plaats op 11 september 2001 en op 18 december 2001. De Eerste Kamer heeft de notitie voor kennisgeving aangenomen.
Tijdens de behandeling van de notitie op 18 december 2001 is de Motie-Van de Beeten (CDA) c.s. inzake de voorbereiding van een voorstel tot wijziging van de onderhavige wet (EK 237c, nr. 174a) ingediend. Deze motie is op 18 december 2001 met algemene stemmen aangenomen. De Eerste Kamercommissies voor Buitenlandse Zaken en voor Justitie hebben op 24 januari 2002 een brief ontvangen van de minister van Buitenlandse Zaken waarin die meedeelt dat de regering deze motie niet zal uitvoeren.
Tevens is tijdens de behandeling van de notitie op 18 december 2001 de Motie-Jurgens (PvdA) c.s. inzake een rapport van de regering over art. 91, lid 3 Grondwet (EK 237c, nr. 174) ingediend. Deze motie is op die dag aangehouden door de indieners. Het gevraagde rapport, De constitutionele bepalingen over verdragen die van de Grondwet afwijken en de opdracht van bevoegdheid aan internationale organisaties, is op 30 juni 2003 aangeboden aan de Kamer (27.484, EK nr. 289). Per brief van 9 juli 2004 (EK 27.484 (R1669)) heeft de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties het kabinetsstandpunt op dit onderzoeksrapport aan de Kamer aangeboden. De Eerste Kamer heeft deze brief op 3 april 2007 plenair behandeld en voor kennisgeving aangenomen. De Motie-Jurgens is op 3 april 2007 na het debat door de indieners ingetrokken.
ingediend
7 november 2000titel
Goedkeuring van het op 17 juli 1998 totstandgekomen Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhofschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
Het Statuut bevat onder meer bepalingen over de ontvankelijkheid, het toepasselijk recht, de samenstelling van het Hof, het opsporingsonderzoek en de vervolging, de terechtzitting, de straffen, het beroep (en de herziening), de internationale samenwerking en wederzijdse rechtshulp en de tenuitvoerlegging van de straffen.
Het voorstel van wet moet met minstens tweederde van de stemmen worden goedgekeurd omdat er op enkele punten twijfel bestaat of de bepalingen van het Statuut afwijken van de Grondwet.
De 'prepcom' moet voor het einde van het jaar twee documenten in ontwerp nader uitwerken. Eén betreft het door het Strafhof te hanteren Reglement van proces- en bewijsvoering, één betreft de zogenaamde Elementen van misdrijven (welke 'daden' gelden als zodanig).
Er zijn geen documenten gevonden.