Dit wetsvoorstel verleent op grond van de Wet milieubeheer (WMB) vergunningen voor het voorkomen van stankhinder afkomstig van veehouderijen in landbouwontwikkelingsgebieden. Dit voorstel vormt de wettelijke basis voor een ministeriële regeling met daarin de minimale afstanden die moeten gelden tussen veehouderijen en bebouwing op grond van in de Reconstructiewet concentratiegebieden nog nader aan te wijzen gebieden.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 22 november 2001 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De behandeling door de Eerste Kamer werd op verzoek van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer aangehouden tot een novelle op dit wetsvoorstel de Eerste Kamer had bereikt.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 14 mei 2002, gezamenlijk met de novelle 28.332, als hamerstuk afgedaan.
Het wetsvoorstel werd plenair gezamenlijk behandeld met de voorstellen 26.356, 28.025 en 27.836.
ingediend
28 juni 2001titel
Regels inzake stankemissie in ontwikkelingsgebieden (Wet stankemissie veehouderijen in landbouwontwikkelingsgebieden)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
1