Dit voorstel wijzigt de Wegenverkeerswet 1994, de Invoeringswet Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 en bevat vooral voorzieningen op het terrein van de rijvaardigheid en rijbevoegdheid.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 7 maart 2002 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 16 april 2002 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 250 van 30 mei 2002.
De inwerkingtreding (besluit van 5 juli 2002) is opgenomen in Staatsblad 376 van 18 juli 2002.
De inwerkingtreding (besluit van 7 mei 2004) is opgenomen in Staatsblad 202 van 13 mei 2004.
ingediend
29 juni 2001titel
Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot de rijvaardigheid en rijbevoegdheidschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
Het voorstel van wet bevat een aantal voorzieningen op het terrein van rijvaardigheid en rijbevoegdheid:
-
-de methode van berekening van de in Nederland resterende geldigheidsduur van EG-rijbewijzen en EER-rijbewijzen;
-
-aan de afgifte van de rijbezwijzen D (autobussen) en E bij D (autobussen met zware aanhangwagens) wordt de minimumleeftijd van eenentwintig jaar verbonden, dit geldt ook voor het besturen van deze voertuigen;
-
-de vrijstelling van de Nederlandse rijbewijsplicht voor diplomatiek en consulair personeel wordt uitgebreid tot het overige diplomatiek en consulair personeel en zijn gezinsleden alsmede het personeel van in Nederland gevestigde internationale organisaties en zijn gezinsleden. Daarnaast worden een aantal wijzigingen aangebracht op grond van de opgedane ervaring in de afgelopen jaren sinds de inwerkingtreding van hoofdstuk VI van de Wegenverkeerswet met betrekking tot rijvaardigheid en rijbevoegdheid;
-
-de legitimatievoorschriften in het kader van de aanvraag van rijbewijzen worden versoepeld;
-
-de parlementaire betrokkenheid bij algemene maatregelen van bestuur wordt op uniforme wijze geregeld;
-
-vaststelling van technische voorschriften voor voertuigen die zijn bestemd voor het vervoer van personen;
-
-aan instellingen van volkenrechtelijke organisaties kunnen gegevens uit het kentekenregister worden verstrekt;
-
-vereenvoudiging van de procedure betreffende de afgifte van certificaten voor rijinstructeurs;
-
-vooruitlopend op een wettelijke regeling met betrekking tot de publieke taken van het CBR wordt voorgesteld deze taken nu al, om fiscale redenen, te attribueren aan het CBR;
-
-overgangsregelingen en uitzonderingen in verband met deze onderwerpen.
7
-
-
-
-
-
-
-
7 maart 2002
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2001/2002, nr. 53: blz. 3643