28.024

Invoering van een bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs



Dit voorstel van wet schept de condities voor brede invoering van een bachelor-masterstructuur (BAMA) in het Nederlandse hoger onderwijs. Doel is studenten meer keuzemogelijkheden te bieden en instellingen de ruimte te geven onderwijs te ontwikkelen dat flexibel, open en internationaal georiënteerd is.

Hiertoe worden onder andere de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) gewijzigd en de Wet studiefinanciering 2000.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 7 februari 2002 aangenomen door de Tweede Kamer. De fractie van de SP stemde tegen. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 4 juni 2002 zonder stemming aangenomen. De fractie van de SP is daarbij aantekening verleend.

De op 4 juni 2002 ingediende Motie-Schuurman (ChristenUnie) c.s. inzake differentiatie van collegegelden voor internationale topmasters (28.024 en 27.920, EK nr. 232e) is op 14 juni 2004 ingetrokken.

Het voorstel werd gezamenlijk plenair behandeld met het wetsvoorstel Invoering van accreditatie in het hoger onderwijs (27.920).

De wet is opgenomen in Staatsblad 303 van 18 juni 2002.

De inwerkingtreding van enkele artikelen is opgenomen in Staatsblad 368 van 25 september 2003.

Plaatsing tekst van de Hoofdstukken 18 en 19 is opgenomen in Staatsblad 108 van 8 maart 2005.


Kerngegevens

ingediend

1 oktober 2001

titel

Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de invoering van de bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

inwerkingtreding

  • 1. 
    Met ingang van 1 september 2002; de bepalingen genoemd in het tweede tot en met het vijfde lid treden in werking met ingang van de in die leden vermelde tijdstippen;
  • 2. 
    Artikel I, onderdeel CCC, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst; dit onderdeel, met uitzondering van de artikelen 17a.2, 17a.2a, 17a2b, 17a.3, 17a.11 en 17a.13, tweede lid, heeft voor het eerst betrekking op het studiejaar 2002/2003;
  • 3. 
    Artikel III, onderdelen A, R, S, HH en II, treedt in werking met ingang van 1 september 2004;
  • 4. 
    Artikel IXa treedt in werking met ingang van 31 augustus 2002;
  • 5. 
    Artikel IXb treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.

Hoofdlijnen

Als eerste stap naar een meer flexibel en internationaal georiënteerd hoger onderwijsbestel zal een bachelor-masterstructuur worden ingevoerd. Een gefaseerde opbouw van opleidingen in het hoger onderwijs biedt ruimere in- en overstapmogelijkheden, vergroot de flexibiliteit van leerwegen, biedt nieuwe mogelijkheden voor vernieuwing en verbreding van curricula, en voor differentiatie in masteropleidingen.


Documenten

8
  • 14 juni 2004
    behandeling motie nr. 232e (in getrokken)PDF-document Handelingen EK 2003/2004, nr. 32, blz: 1689
  • 11 juni 2002
    behandeling motiePDF-document Handelingen EK 2001/2002, nr. 31: blz. 1481-1482
  • 4 juni 2002
    behandeling en stemming (aangenomen, aantekening: SP)PDF-document Handelingen EK 2001/2002, nr. 30: blz. 1439-1479
  • 7 februari 2002
    stemming (aangenomen, tegen: SP) Handelingen TK 2001/2002, nr. 48; blz. 3493
  • 31 januari 2002
    voortzetting behandeling Handelingen TK 2001/2002, nr. 45; blz. 3281-3286
  • 29 januari 2002
    voortzetting behandeling Handelingen TK 2001/2002, nr. 43: blz. 3169-3176
  • 24 januari 2002
    voortzetting behandeling Handelingen TK 2001/2002, nr. 42: blz. 3111-3137
  • 22 januari 2002
    behandeling Handelingen TK 2001/2002, nr. 40: blz. 2968-3003