Dit wetsvoorstel voegt aan de Infectieziektewet een meldingsplicht ten aanzien van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob toe. Hiermee worden artsen verplicht bij de GGD melding te maken van alle gevallen van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob.
Met dit voorstel wordt het mogelijk bloed, bloedrestanten of bloedpreparaten van een persoon op wie de melding betrekking heeft, die bewaard zijn gebleven te gebruiken ten behoeve van anderen, op te sporen en te vernietigen. Hiermee wordt het risico van verspreiding van de ziekte teruggedrongen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK, 258) is op 7 maart 2002 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 16 april 2002 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
9 november 2001titel
Wijziging van de Infectieziektewet in verband met de ziekte van Creutzfeldt-Jakobschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
6
-
-
-
-
-
-
7 maart 2002
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2001/2002, nr. 53: blz. 3643