Dit wetsvoorstel beperkt het toepassingsbereik van de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen (WFBV) (24.139) tot vennootschappen die zijn opgericht naar het recht van een staat van buiten de Europese Unie. De wijziging vloeit voort uit een uitspraak van het Europese Hof van Justitie inzake de zaak Inspire Art Ltd.
De WFBV beoogt oneigenlijk gebruik van buitenlandse 'brievenbusvennootschappen' te bestrijden. Het gaat daarbij om vennootschappen die naar buitenlands recht zijn opgericht en die hun werkzaamheden geheel of nagenoeg geheel in Nederland verrichten. Met het land van oprichting hebben de formeel buitenlandse vennootschappen feitelijk geen band en zij ontwijken de Nederlandse regels.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 25 november 2004 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 26 april 2005 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
21 april 2004titel
Wijziging van de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip