Dit wetsvoorstel realiseert één wettelijk verzekeringsregime voor alle ingezetenen van Nederland. Dit nieuwe verzekeringsstelsel moet leiden tot waarborging van de betaalbaarheid en kwaliteit van de gezondheidszorg in de toekomst en dient alle betrokkenen tot een doelmatig gebruik van medische voorzieningen te stimuleren. Het systeem van centrale overheidssturing maakt zoveel mogelijk plaats voor een decentraal georganiseerd stelsel van gereguleerde concurrentie, dat gekenmerkt wordt door risico- en inkomenssolidariteit, marktprikkels, keuzemogelijkheden en eigen verantwoordelijkheid.

Dit voorstel voorziet in een eenduidig en transparant verzekeringsstelsel, waarin verzekerden en verzekeraars onder gelijke condities participeren. Burgers krijgen zowel meer financiële verantwoordelijkheden als meer invloed en reële keuzevrijheden bij het bepalen van hun zorgverzekering. Door de onderlinge concurrentie zullen zorgverzekeraars voor hun verzekerden een gunstige prijs/prestatieverhouding bij zorgaanbieders trachten te bedingen. Zorgaanbieders dienen meer prestatiegericht te gaan werken, en krijgen meer mogelijkheden om zorg te bieden die aansluit bij de behoeften en wensen van burgers. De Zorgverzekeringswet vervangt de Ziekenfondswet (Zfw), de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998 (Wtz 1998) en de Wet medefinanciering oververtegenwoordiging oudere ziekenfondsverzekerden (Wet MOOZ).

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 21 december 2004 aangenomen door de Tweede Kamer. D66, Groep Wilders, VVD, CDA, ChristenUnie, SGP en LPF stemden voor.

De plenaire behandeling in de Eerste Kamer vond plaats op 7 juni 2005. Het voorstel is op 14 juni 2005 na hoofdelijke stemming met 45 stemmen voor (ChristenUnie, CDA, VVD, D66, SGP, LPF en OSF) en 24 stemmen tegen (PvdA, GroenLinks en SP) aangenomen.

Tijdens de behandeling op 7 juni 2005 is de Motie-Hamel (PvdA) c.s. inzake uitstel van de invoering van het wetsvoorstel Zorgverzekeringswet met één jaar (EK 29.623 / 29.762 / 29.763, D) ingediend. Deze motie is op 14 juni 2005 na stemming bij zitten en opstaan verworpen. VVD, CDA, ChristenUnie, SGP, D66, OSF en LPF stemden tegen.

Tijdens de behandeling op 7 juni 2005 is de Motie-Swenker (VVD) c.s. inzake de vloeiende overgang naar het nieuwe zorgverzekeringstelsel (EK 29.623 / 29.762 / 29.763, E) ingediend. Deze motie is op 14 juni 2005 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. GroenLinks en SP stemden tegen.

Het wetsvoorstel werd plenair gezamenlijk behandeld met de Wet op de zorgtoeslag (29.762) en de Fraudebestrijding zorgverzekeringswetten (29.623) .

De invoering van deze wet wordt geregeld in de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet (30.124) .


Kerngegevens

ingediend

17 september 2004

titel

Regeling van een sociale verzekering voor geneeskundige zorg ten behoeve van de gehele bevolking (Zorgverzekeringswet)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld


Hoofdlijnen

Invulling van de verzekering:

  • Het sociale karakter van de verzekering, die een verplichte verzekering voor de gehele bevolking is, krijgt vorm door risico- en inkomenssolidariteit:
    • De risicosolidariteit is geborgd door een plicht voor zorgverzekeraars om alle Nederlandse ingezetenen als verzekerden te accepteren voor een door de overheid vastgesteld basispakket, waarbij een verbod op premiedifferentiatie naar aan de persoon gerelateerde factoren geldt. Daarbij hoort een risicovereveningssysteem dat verzekeraars compenseert voor verschillen in risicoprofiel, en dat wordt gevoed met inkomensafhankelijke bijdragen van verzekeringsplichtigen en rijksbijdragen;
  • De inkomenssolidariteit wordt vormgegeven door de invoering van de inkomensafhankelijke bijdrage van verzekeringsplichtigen en een wettelijke zorgtoeslag (Wet op de zorgtoeslag). Overigens zullen de werkgevers verplicht zijn aan hun werknemers een vergoeding over de door deze werknemers over het loon verschuldigde inkomensafhankelijke bijdrage te verstrekken. Ook zullen zorgverzekeraars onderworpen zijn aan specifiek toezicht en daaruit voortvloeiende informatieverplichtingen;
  • Marktprikkels, keuzemogelijkheden en eigen verantwoordelijkheid krijgen gestalte door een nominale premie, een risicodragende uitvoering van de verzekering, het toestaan van het winstmotief aan verzekeraars, functiegericht omschreven aanspraken, eigen betalingen en de mogelijkheid om jaarlijks van verzekeraar te wisselen en de daarmee gepaard gaande concurrentie tussen verzekeraars.


Documenten

42