Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van de richtlijn 2001/42/EG over de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's (PbEG L197). De richtlijn voorziet in een hoog niveau van milieubescherming en draagt bij aan de integratie van milieuoverwegingen in de voorbereiding en vaststelling van plannen die belangrijke gevolgen voor het milieu kunnen hebben.
Met dit voorstel gaat een mer-plicht gelden voor plannen waarbij een milieueffectrapportage (MER) moet worden gemaakt en voor plannen waarvoor een beoordeling moet worden gemaakt op grond van de Habitatrichtlijn (92/43/EG). De implementatie vindt plaats door via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) categorieën van zowel mer-plichtige plannen als mer-plichtige besluiten vast te stellen. Het gevolg van de mer-plicht voor plannen is dat vaker dan nu het geval is zowel voor een plan als voor de daaropvolgende besluiten een MER gemaakt zal moeten worden.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 1 november 2005 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 3 juli 2006 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
28 september 2004titel
Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de uitvoering van richtlijn nr. 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's (PbEG L 197) (milieu-effectrapportage plannen)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
De richtlijn bevat drie verplichtingen:
-
-Plannen die het kader vormen voor een toekomstig besluit over een MER-plichtige activiteit of waarvoor ook een beoordeling moet worden gemaakt op grond van de Habitatrichtlijn mogen niet worden vastgesteld zonder dat voor die plannen een MER is gemaakt;
-
-De procedure van totstandkoming van het plan, met inbegrip van het MER, moet voorzien in een bepaalde mate van inspraak voor betrokken burgers en overheden, waaronder eventueel andere landen;
-
-De richtlijn regelt de inhoud van het MER.
3
-
-
1 november 2005
stemming (met algemene stemmen aangenomen) Handelingen TK 2005/2006, nr. 15, blz: 867-868 -
13 oktober 2005
behandeling Handelingen TK 2005/2006, nr. 12, blz: 674-680