Dit wetsvoorstel herstelt enkele onvolkomenheden in de Wet op de Jeugdzorg.
Met dit wetsvoorstel wordt voorkomen dat de gezinsvoogdijen over de kinderen van hen die zich in een asielprocedure bevinden, van rechtswege overgaan van de desbetreffende gezinsvoogdij-instelling naar stichtingen die een bureau jeugdzorg in stand houden. Het gaat hier om de (voogdij- en) gezinsvoogdij-instelling Stichting Nidos en om ongeveer 400 gezinsvoogdijen. Daarnaast regelt het wetsvoorstel de subsidiëring van de gezinsvoogdijtaak en stelt het nog enkele andere verbeteringen en aanvullingen voor.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 9 december 2004 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 21 december 2004 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
6 oktober 2004titel
Wijziging van de Wet op de jeugdzorg (herstel van enige onvolkomenheden)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet, met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
1
-
9 december 2004
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2004/2005, nr. 33, blz: 2161