29.864

Wet introductie gekozen burgemeester



Dit wetsvoorstel wijzigt in de Gemeentewet de taken, positie en bevoegdheden van de burgemeester in verband met de introductie van de rechtstreeks gekozen burgemeester.

Dit voorstel vergroot de slagvaardigheid van de gekozen burgemeester en verduidelijkt de verhoudingen binnen het lokaal bestuur. Tevens wordt de betrokkenheid van de burgers bij de samenstelling van het gemeentebestuur versterkt.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Ingetrokken
Tweede Kamer
Schriftelijke voorbereiding
Plenair
Afkondiging

De minister en de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben het wetsvoorstel ingetrokken bij briefPDF-document van 8 mei 2007.


Kerngegevens

ingediend

9 november 2004

titel

Wijziging van de Gemeentewet in verband met de introductie van de rechtstreeks gekozen burgemeester (Wet introductie gekozen burgemeester)

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

  • minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties

inwerkingtreding

  • 1. 
    Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
  • 2. 
    Bij koninklijk besluit kan ten aanzien van gemeenten waar in maart 2006 geen stemming voor de verkiezing van de leden van de raad plaatsvindt, een ander tijdstip worden vastgesteld waarop deze wet in werking treedt. Daarbij kan voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan het tijdstip van inwerkingtreding verschillend worden vastgesteld.
  • 3. 
    Bij toepassing van het tweede lid kan, in afwijking van de datum, bedoeld in artikel VI, eerste lid, bij koninklijk besluit een datum worden vastgesteld met ingang waarvan de burgemeesters van de gemeenten, bedoeld in het tweede lid, bij koninklijk besluit eervol worden ontslagen.

Hoofdlijnen

Het wetsvoorstel regelt:

  • de benoeming van de wethouders op voordracht van de burgemeester;
  • dat de raad slechts op voorstel van de burgemeester besluiten kan nemen ten aanzien van het bepalen van het aantal wethouders, de tijdsbesteding van de wethouders en de invulling van een wetbouderspost na openvallen hiervan;
  • de begrenzing van de formatietermijn voor de samenstelling van het college tot maximaal zes weken;
  • de bevoegdheid van de burgemeester om wethouders voor te dragen voor ontslag;
  • dat de vaststelling of een wijziging van het reglement van orde door de burgemeester gedaan moet worden;
  • de versterking agenderingsbevoegdheid van de burgemeester;
  • de vereisten voor verkiesbaarheid;
  • de ambtstermijn;
  • de bevoegdheden van de commissaris van de Koning om de burgemeester te ontslaan
    • bij langdurige ziekte,
    • wegens verlies vereisten burgemeesterschap,
    • onverenigbare betrekkingen,
    • op eigen verzoek;
  • het ontslag van de burgemeester door de gemeenteraad bij onwerkbare verhouding of wegens integriteitschending;
  • de procedure van de gemeenteraad bij een ontslagvoornemen;
  • de schorsingsbevoegdheid van de commissaris van de Koning van een burgemeester tijdens een ontslagprocedure;
  • de ontslagbevoegdheid van de minister Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in bijzondere omstandigheden bij integriteitsschendingen;
  • de schorsingsbevoegdheid van de minister Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
  • dat de motieven voor ontslag wegens onwerkbare verhouding door de gemeenteraad niet ter toetsing aan de rechter voorgelegd mogen worden;
  • de ambtsinstructie van de werkzaamheden van de commissaris van de Koning;
  • de grondslag voor nadere regels over de procedure voor ontslag of schorsing van een burgemeester;
  • de aanpassing van de eedformule;
  • de aanvulling incompatibiliteiten van de burgemeester;
  • de woonplaatsvereiste;
  • de waarneming bij incidentele afwezigheid of kortstondige ziekte van de burgemeester;
  • de bevoegdheid van de burgemeester om de gemeentesecretaris voor te dragen voor benoeming;
  • de bevoegdheid van de burgemeester om een voorstel te doen voor instructie van de gemeentesecretaris;
  • de vervanging van de gemeentesecretaris;
  • de formatiebevoegdheid van de burgemeester;
  • de verantwoordelijkheid voor eenheid in het collegebeleid;
  • de bevoegdheid van de burgemeester om regels vast te stellen over de ambtelijke

    organisatie, met uitzondering van de griffie;

  • de bevoegdheid van de burgemeester om ambtenaren met uitzondering van de griffie te benoemen, schorsen en ontslaan;
  • de verantwoordelijkheid van de burgemeester voor een integraal gemeentelijk beleid inzake handhaving van wet- en regelgeving en voor de openbare veiligheid.


Documenten

2