29.936

Wet beëdigde tolken en vertalers



Dit wetsvoorstel strekt tot het instellen van een register voor beëdigde tolken en vertalers en de introductie van een afnameplicht voor de gerechten, het openbaar ministerie, de Immigratie- en Naturalisatiedienst, de politie en de Koninklijke Marechaussee om in het kader van het strafrecht en het vreemdelingenrecht enkel gebruik te maken van beëdigde tolken en vertalers die in het register staan ingeschreven.

Het wetsvoorstel biedt enkele waarborgen ten aanzien van hun integriteit in de vorm van een geheimhoudingsverplichting, een eed, een klachten- en doorhalingsregeling. In het register worden de vertalers en de tolken die aan kwaliteits- en integriteitseisen voldoen op hun verzoek opgenomen. Het beheer van het register berust bij de minister van Justitie.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 20 maart 2007 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 9 oktober 2007 als hamerstuk afgedaan.


Kerngegevens

ingediend

14 december 2004

titel

Regels inzake de beëdiging van tolken en vertalers en de kwaliteit en de integriteit van beëdigde tolken en vertalers (Wet beëdigde tolken en vertalers)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister van Justitie
  • minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie

inwerkingtreding

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld en werken voor wat betreft de artikelen 41a tot en met 41c terug tot en met 1 juli 2006


Documenten