Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet luchtvaart om de bevoegdheden voor het verlenen van vrijstellingen en ontheffingen, bij verboden aan deelnemers van het luchtverkeer in het Luchtvaartreglement, neer te leggen bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat in plaats van bij de Luchtverkeersleiding Nederland (NVNL).
Met dit voorstel en het voornemen om het aantal vrijstellingen zoveel mogelijk te verminderen, wordt de uitvoeringslast zoveel mogelijk beperkt.
Hiernaast wordt met dit voorstel ook de Wet procedures vijfde baan Schiphol ingetrokken.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 9 februari 2006 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 7 maart 2006 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 246 van 23 mei 2006.
De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 37 van 1 februari 2007.
ingediend
19 september 2005titel
Wijziging van de Wet luchtvaart in verband met de toekenning van de bevoegdheid tot het verlenen van vrijstelling en ontheffing aan de minister van Verkeer en Waterstaat, intrekking van de Wet procedures vijfde baan Schiphol en herstel van enkele bepalingenschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
6
-
-
-
-
-
-
9 februari 2006
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2005/2006, nr. 48, blz: 3157