30.256 (R1800)

Goedkeuring van de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie



Dit voorstel van rijkswet keurt het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie (Trb. 2005, 196)PDF-document goed.

Met de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie zal de vijfde uitbreidingsronde van de Unie zijn voltooid. Op 1 mei 2004 konden tien landen toetreden tot de Unie; Bulgarije en Roemenië hadden enkele jaren meer tijd nodig om zich voor te bereiden op het lidmaatschap van de Unie.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 7 februari 2006 aangenomen door de Tweede Kamer. GroenLinks, PvdA, D66, VVD, ChristenUnie, SGP en LPF stemden voor.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 13 juni 2006 zonder stemming aangenomen. De fractie van de SP is daarbij aantekening verleend.


Kerngegevens

ingediend

19 september 2005

titel

Goedkeuring van het op 25 april 2005 te Luxemburg totstandgekomen Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie (met Akte, Protocol, Slotakte en Bijlagen); Trb. 2005, 196

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst


Hoofdlijnen

De Europese Commissie volgt de vorderingen van Bulgarije en Roemenië bij het overnemen en implementeren van het acquis nauwgezet.

In het Verdrag zijn een algemene vrijwaringsclausule en twee speciale vrijwaringsclausules opgenomen.

Op basis van de speciale clausules kan de Europese Commissie tot drie jaar na inwerkingtreding van het Verdrag maatregelen nemen indien Bulgarije of Roemenië in gebreke blijft bij het nakomen van verplichtingen op het gebied van de interne markt en Justitie en Binnenlandse Zaken.

De speciale vrijwaringsclausules zijn mede op initiatief van de Nederlandse regering destijds in het Verdrag met de Laken-10 (Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië) geïntroduceerd. Om tot een verantwoorde uitbreiding te kunnen komen achtte de regering het belangrijk om - aanvullend op reeds getroffen overgangsmaatregelen en bestaande veiligheidsvoorzieningen in het acquis - meer waarborgen in te bouwen voor het geval dat de toetreders op het moment van toetreding nog niet aan alle eisen zouden voldoen.



Documenten