Dit wetsvoorstel bevat de begroting van uitgaven en ontvangsten voor het jaar 2007 van het ministerie van Justitie.
Het voorstel is op 6 februari 2007 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 27 februari 2007 als hamerstuk afgedaan.
Op 15 mei 2007 werd de brief van 13 februari 2007 van de minister van Justitie met betrekking tot parlementaire betrokkenheid bij gedelegeerde regelgeving (EK 30.800 VI, C) betrokken bij de plenaire behandeling van het kabinetsstandpunt ten aanzien van het rapport "De Nederlandse Grondwet en de Europese Unie" (EK 26.200 VI, nr. 65, A) en de voortzetting van het debat van 14 maart 2006 over versnelde implementatie van EU-richtlijnen. Deze brief werd aangehouden.
Tijdens dit debat werd de Motie-Jurgens (PvdA) c.s. inzake het niet meer gebruiken van de machtiging aan lagere wetgevers om regels te stellen, ook als deze afwijken van de wet, dan wel als deze in de plaats worden gesteld van bestaande wetteksten (26.200 VI, nr. 65 / 21.109, C). Deze motie is later gewijzigd in de Gewijzigde Motie-Jurgens (PvdA) c.s. inzake het niet meer gebruiken van de machtiging aan lagere wetgevers om regels te stellen, ook als deze afwijken van de wet, dan wel als deze in de plaats worden gesteld van bestaande wetteksten (26.200 VI, nr. 65 / 21.109, D). Deze motie is op 22 mei 2007 na stemming bij zitten en opstaan met algemene stemmen aangenomen.
Op 5 juni 2007 besprak de commissie de brief van de minister van Justitie van 11 mei 2007 inzake het overzicht van openstaande toezeggingen (EK 30.800 VI, D en bijlage). De plenaire behandeling van deze brief vond plaats op 2 en 3 juli 2007. De brief is op 3 juli 2007 voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamer.
ingediend
19 september 2006titel
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2007schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Justitie
- minister voor Integratie, Preventie, Jeugdbescherming en Reclassering
inwerkingtreding
Met ingang van 1 januari van het jaar waarop de vaststelling van de begroting betrekking heeft. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.
1