Met dit wetsvoorstel wordt de Tiende vennootschapsrichtlijn (2005/56/EG) geimplementeerd.
Met deze richtlijn wordt de grensoverschrijdende samenwerking tussen ondernemingen vergemakkelijkt door het instrument van de grensoverschrijdende juridische fusie in alle lidstaten aan te reiken. Ondernemingen met verschillende rechtsvormen, bijvoorbeeld een Nederlandse naamloze vennootschap en een Engelse limited liability company, kunnen zo samengaan in één rechtspersoon. De richtlijn voorziet in regels voor fusies van rechtspersonen die onder de richtlijn vallen. Voor Nederland is dat beperkt tot de naamloze vennootschap (NV) en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BV). Tevens zullen de regels van toepassing zijn op in Nederland gevestigde Europese Coöperatieve Vennootschappen (SCE's), maar niet op coöperaties naar Nederlands recht.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 2 oktober 2007 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 24 juni 2008 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
25 september 2007titel
Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2005/56/EG van het Europese Parlement en de Raad van de Europese Unie betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen (PbEU L 310)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
-
-
-
-
-
-
-
-
-
18 april 2008
verslag van het schriftelijk overleg van de vaste commissie voor Justitie met de minister van Justitie over de planning van de aanbieding van (nadere) memories van antwoord met betrekking tot diverse wetsvoorstellen EK 31.200 VI, E
voor kennisgeving aangenomen op 22 april 2008 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
2 oktober 2007
stemming (met algemene stemmen aangenomen) Handelingen TK 2007/2008, nr. 7, blz: 411 -
25 september 2007
behandeling Handelingen TK 2007/2008, nr. 4, blz: 227-235