Dit wetsvoorstel implementeert in de Wet identificatie bij dienstverlening (WID) en de Wet melding ongebruikelijke transacties (WOT) de EG-richtlijn 2005/60/EG tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (PbEU L309). Hiermee worden onder andere de procedures met betrekking tot het onderzoek naar de identiteit van de (rechts)personen waaraan diensten worden verleend, het zogenaamde cliëntenonderzoek, verduidelijkt.
Met dit voorstel worden instellingen verplicht om altijd vast te stellen wie de belanghebbenden van een transactie of een zakelijke relatie zijn. Instellingen kunnen de mate van het onderzoek aanpassen aan het type klant, de relatie of de transactie. Een klant die een betaalrekening wil openen bij een bank krijgt een ander onderzoek dan een buitenlandse klant. Een strenger onderzoek vindt ook plaats bij dienstverlening aan "politiek prominente personen" en als er een verhoogd risico op witwassen of financieren van terrorisme bestaat. Na de implementatie van de Derde witwasrichtlijn worden de WID en de WOT samengevoegd tot de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (31.238).
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 22 mei 2008 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 8 juli 2008 als hamerstuk afgedaan. GroenLinks en D66 is daarbij aantekening verleend.
De wet is opgenomen in Staatsblad 302 van 29 juli 2008.
De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 304 van 29 juli 2008.
Het voorstel werd gezamenlijk behandeld met het voorstel Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (31.238).
ingediend
10 oktober 2007titel
Wijziging van de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding ongebruikelijke transacties ter uitvoering van richtlijn nr. 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (PbEU L 309) en ter uitvoering van richtlijn nr. 2006/70 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 1 augustus 2006 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de definitie van politiek prominente personen en wat betreft de technische criteria voor vereenvoudigde klantenonderzoeksprocedures en voor vrijstellingen op grond van occasionele of zeer beperkte financiële activiteiten (PbEU L 214)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
0
Er zijn geen documenten gevonden.