Met dit wetsvoorstel wordt de gedecentraliseerde slagkracht inzake taken en bevoegheden van een aantal specifieke uitkeringen (IOAW, IOAZ, WWIK en Bbz 2004) van gemeenten vergroot.
Wanneer mensen niet in hun levensonderhoud kunnen voorzien, kunnen zij een beroep doen op gemeenten voor aanvulling van hun inkomen tot minimumniveau. Gemeenten voeren daartoe een aantal wettelijke regelingen in medebewind uit en ontvangen daartoe middels het volledig gebudgetteerde inkomensdeel (I-deel) middelen voor bijstandsverstrekking. Ter uitvoering van het Bestuursakkoord tussen Rijk en gemeenten 'Samen aan de slag' (TK 30.800 B, nr. 17) en in lijn met het Coalitieakkoord, worden de financiële middelen van andere door de gemeenten uit te voeren wettelijke regelingen gebundeld met het I-deel per 1 januari 2010.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 31.927, A) is op 5 november 2009 aangenomen door de Tweede Kamer. De fractie van de SP stemde tegen. 32.037 De Eerste Kamer heeft het voorstel op 15 december 2009 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 592 van 30 december 2009.
De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 593 van 30 december 2009.
ingediend
16 april 2009titel
Bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeentenschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
2